Motto to live by

Life should not be a journey to the grave with the intention of arriving safely
in an attractive and well-preserved body,
but rather to skid in sideways, chocolate in one hand, martini in the other, body thoroughly used up,
totally worn out and screaming: 'Woo hoo! What a ride!'
(Hunter S.Thomson - met dank aan Nathalie)

zondag 31 juli 2011

De wereld aan mijn keukentafel

Dertig jaar geleden was ik uitwisselingsstudent. Tien jaar na mijn terugkeer trouwde ik met een uitwisselingsstudent. Op dit moment zit mijn zoon in Brazilië als uitwisselingsstudent. Binnen twee weken arriveert onze uitwisselingsdochter uit Chili.
Dan gebeurt het dat je op een gewone zondagavond aan je keukentafel zit te 'praten' met de wereld. Er popt een rechthoekje op waarin je Chileense dochter vraagt hoe het met je gaat. Terwijl je haar de foto's van de kamer stuurt waarin ze zal logeren, zie je tot je  verbazing dat in een tweede rechthoekje de gastmoeder van je man een chatberichtje stuurt, uit Texas deze keer. Ze laat weten dat Wannes in haar gedachten is en vraagt of je haar een paar postkaarten wil meebrengen van op vakantie. Je Zweedse vriendin - die je leerde kennen tijdens je uitwisselingsjaar - heeft in vierkantje drie iets te vertellen en, geloof het of niet, in vierkantje vier komt je zoon even dag zeggen vanuit Brazilië. Hij vindt het 'giere' dat je met zoveel mensen tegelijkertijd aan het praten bent.
Plots dringt het tot me door dat dit het dus is. Daarvoor doe je het, zo'n uitwisseling. Om later van aan je keukentafel met al die mensen te praten. Energie die de wereld rondgaat, dat geeft een ongelooflijk warm gevoel!

De kamer voor Valentina

Wannes met zijn Braziliaanse familie.

zaterdag 30 juli 2011

Normaal

Het eerste telefoontje van Wannes uit Brazilië:
'Man, dat is hier wel een cultuurshock. Ik heb nog nooit zoiets gezien als Sao Paulo. Groot! En veel mensen! En armoede! En we moesten echt door een soort ingangspoort met wachters om in onze wijk te geraken.
We hebben juist gegeten - iets met rijst en bruine bonen zoals papa verteld had - en van mijn gastvader mogen Gustavo en ik overal Post-its plakken met de namen van de dingen in het Portugees. Die moet ik dan drie keer herhalen tot ik ze ken. Ik moet maandag nog niet naar school omdat mijn gastmoeder vindt dat ik eerst wat meer Portugees moet kennen. Het hondje ziet er helemaal uit als op de foto en ik deel een kamer met Guilhermo. Maar dat is niet erg. Na dit telefoontje ga ik voetballen met mijn twee jongste broers.'

Of hoe snel het leven weer normaal is.

Wannes eerste momenten op Braziliaanse bodem (foto Alberto 'Beto' Rheingantz)

vrijdag 29 juli 2011

Mijn hart zei een beetje 'krak'...

Maandag. We maken ons klaar om Wannes van de luchthaven te halen. Scoutskamp Portugal. De telefoon rinkelt. 'Mama, we zitten nog in Madrid. Onze vlucht was te laat en we mochten niet meer mee met de vervolgvlucht. We slapen hier in een hotel. Ik ben er morgen om 11u25.'
Mijn hart zinkt een klein beetje. Morgen pas. Het is al maandag en donderdag is D-day.

Donderdag. Het regent pijpenstelen en de jongens moeten naar de ambassade in Brussel. Ik vraag ze om voorzichtig te doen en ben blij als de regen wat minder wordt. Om halfnegen is er nog geen nieuws. Ik stuur een smsje en krijg een kort antwoord terug van Patrick dat weinig goeds belooft. Een half uur later probeer ik het bij Wannes. Die vertelt me dat het totale chaos is op de ambassade. Ze waren er als eersten maar het loopt helemaal in het honderd. 'Papa is een wandelingetje gaan maken. Die kon het niet meer aan,' vertelt Wannes. We moeten er om lachen.
En of ik nog rap even een koptelefoon wil halen bij de Fnac.
Om 12 uur is iedereen thuis. Flo heeft voor een brunch gezorgd. De valies wordt open en weer toe gedaan. Niet één maar honderd keer. Ik barst af en toe spontaan in tranen uit. Wannes is misselijk. Flo is stil.
15 uur. We rijden naar Zaventem. Tussen hal 10 en 11 staat alles wat dit jaar naar Brazilië en Paraguay vertrekt. Er zijn tranen maar nog meer droge ogen. Ik word misselijk. We krijgen uitleg. De kinderen checken in - de ouders blijven wachten. We zijn verbaasd dat er een meisje alleen gekomen is omdat haar ouders al met vakantie zijn. Een ander meisje kan niet vertrekken door fouten met haar visum.
Ze komen afscheid nemen. Het gaat snel nu. Vijf minuten dan naar de gate. Hun naam wordt afgeroepen, een knuffel, een kus en ze verdwijnen één voor één door de douane. Nog een laatste keer zwaaien. Mijn hart zegt 'krak' bij die laatste zwaai.
Patrick stelt voor om mosselen te gaan eten op linkeroever. Dat doen we maar ik eet een slaatje. Mijn maag kan geen mosselen aan vandaag.
Om halftien krijgen we een telefoontje van Wannes. De geschiedenis herhaalt zich: ze zitten vast in Madrid. De vlucht van middernacht heeft maar liefst zeven uur vertraging dus ze vertrekken pas om zeven uur 's ochtends. Wannes zorgt ervoor dat de hele groep naar een hotel van Iberia kan. Goed gedaan, mijn fixer!
Tien uur. Ik lig in bed en probeer te lezen maar de letters worden verdrongen door gedachten. Ik val in slaap maar word om halftwee wakker, badend in het zweet. Ik probeer te slapen, maar ook dat lukt niet. Ik neem een chillpil tegen mijn principes. Ik lig in Wannes' bed en val uiteindelijk in slaap.
Om zes uur bel ik hem. Ze staan klaar om het vliegtuig te boarden.
's Namiddags krijg ik een mailtje van Beto en Lucia, zijn toekomstige gastouders. Ze sturen me een foto waarop je het vliegtuig ziet. Ze volgen hem over de oceaan vertellen ze. Er komen lieve mails en telefoontjes van vriendinnen die me een hart onder de riem steken. Er wordt heftig gechat. Mijn hart herstelt een beetje.
Vijf uur 's namiddags. Flo en ik zitten bij de dokter voor onze vaccins voor Thailand. Er loopt een sms binnen: 'Ik ben geland. Cultuurschok!'

Look at the attachment the position of the plane. We're following Wannes' fligth.

Greetings,

Lucia and Beto

zaterdag 23 juli 2011

Leuven

Een vriendin verhuisde in oktober naar Leuven. Ik snapte niet waarom ze 'de bruisende metropool' achter zich liet om helemaal achterop te geraken in het provincienest dat mijn geboortestad toch was. De eerlijkheid gebiedt toe te geven dat ik haar flat bij de Vaart meteen mooi vond. Erg mooi.
Gisteren bezocht ik het Leuvense museum M. Mooi Museum - ik denk dat die M daar voor staat. Prachtig huis ook waarin het gevestigd is. Vooral het oude gedeelte is de moeite meer dan waard, met de versierde plafonds en onwaarschijnlijk knap ingelegde parketten. Bovendien was het gezellig in Leuven - een andere gezelligheid dan in Antwerpen. De stad bruiste ondanks het slechte weer. In de winkels hing de kleding OP de rekken en was het personeel gewoon vriendelijk en behulpzaam. Het was er proper.  Het rook er lekker. In de kaaswinkel werden we spontaan aangesproken door een koppel Leuvenaars van onze leeftijd. Er werden wat grapjes gemaakt. Kortom: het was gezellig in Leuven.
En kijk, plots kreeg ik heimwee naar mijn hometown. Het leven daar zag er zo veel gemakkelijker uit dan in Antwerpen. Dus... wie weet. Wie weet gaan we ooit weer richting Brabant. Als ik van daar naar hier kon verhuizen kan het omgekeerde ook. Nu wonen er nog te veel Antwerpenaars in huis om de grote sprong te maken. Maar als dat verandert...

woensdag 20 juli 2011

Leve de moeders!

Leve de moeders van AFS! Leve de moeders die hun zonen uitsturen! Leve de moeders die een dochter erbij krijgen! Leve de moeders die al een dochter hebben!
Leve Geertrui! Want wij hebben net anderhalf uur aan de telefoon gezeten en gemerkt dat die moeders precies hetzelfde denken,voelen, ervaren...
Leve dus de moeders die tijd willen maken om eens geweldig door te bomen over al die dingen!
Dat lucht geweldig op.

Een week

Wat is nu één week? Zeven dagen? Honderdachtenzestig uren?
Niks. Een windstoot. Iets dat zo voorbij is. Vooral als je daarna elf maanden moet wachten. Driehonderddertig dagen. Ik wil de uren niet eens weten.

vrijdag 15 juli 2011

Missen

In het begin was het nog spannend. Een beetje stoer zelfs. 'Ja, mijn zoon gaat een jaar naar Brazilië. Op uitwisseling. Of ik het daar moeilijk mee heb? Nee hoor! Je moet je kinderen op een bepaald moment  loslaten, niet?'
Die woorden klinken intussen pedant en aanmatigend. Natuurlijk heb ik het moeilijk. Heel moeilijk zelfs. Ik zie constant dingen botsen en vallen. Ik denk aan Braziliaanse keldergaten en erger. De tranen springen spontaan in mijn ogen als ik eraan denk hoe ver hij zal zitten en hoe vreemd zijn afwezigheid gaat zijn.
Ik wil niet dat hij vertrekt. En misschien houdt dat in dat ik niet wil dat hij 'groot' wordt. Misschien wil ik alleen maar dat hij weer tien is, of neen, vijf, een kleuter die vrolijk  aan mijn hand loopt en mij de allerbeste vindt.
Natuurlijk ben ik trots dat Wannes mijn zoon is. Ik loop over van trots als ik mensen hoor zeggen hoe goed hij het doet. 'The Leader of the Gang' noemt Suzy - de bazin van zijn stamcafé - hem. 'Als Wannes beslist dat iedereen naar de Cross moet komen, komen ze,' vertelt ze. Zij zou hem ook missen. 'Niet de gemakkelijkste maar wel interessant en plezierig om in je klas te hebben.' Dat kwam van één van zijn leerkrachten.
'Een geweldige gast.' Vrienden, familie.
En ik geef toe: Wannes staat er. Als een huis. Hij gaat het geweldig doen in Brazilië en ze gaan er - net als hier - dol op hem zijn. Met de wereld zoals hij nu is, geven we hem hiermee een pak kansen voor later.
Dat weet ik. En toch ga ik hem met heel mijn hart en elke seconde missen.

Behoorlijk trots op mijn cakejes met de Braziliaanse vlag!