Motto to live by

Life should not be a journey to the grave with the intention of arriving safely
in an attractive and well-preserved body,
but rather to skid in sideways, chocolate in one hand, martini in the other, body thoroughly used up,
totally worn out and screaming: 'Woo hoo! What a ride!'
(Hunter S.Thomson - met dank aan Nathalie)

woensdag 30 mei 2012

Het is gewoon het leven, denk ik nu

Ik ben verre van perfect.
Ik doe mijn best, maar soms ook niet. Als gastmoeder ben ik mezelf dit jaar vaak tegengekomen. Soms keek ik verbaasd van op een afstandje naar wat ik deed en luisterde ik met nog meer verbazing naar wat ik zei.

Nu het bijna voorbij is, wil ik wel een balans opmaken. Hier komt ze.

):
Ik stond soms te kijken van hoe weinig tolerant ik ben. 
Haren van Flo in de douche zijn één ding. Idem voor vuil ondergoed en stinkende turnschoenen. Ik vermoed dat alle gastmoeders iets moeten overwinnen als ze wassen, poetsen, plassen voor een ander. Vooral als die ander zonder schroom is als het om dat soort zaken gaat.

Ik ben ook totaal intolerant tegenover onbeleefdheid, luiheid en laksheid.

En ik krijg kippenvel van uitdrukkingen als: 'Ik kan het niet', 'Ik wil het niet', 'Ik doe het niet', 'Ik durf het niet' - en alle varianten hierop. Intolerant tegenover flauwigheid veronderstel ik.

Nog eentje: van ondankbaarheid krijg ik grijze haren. Je kunt veel aan me vragen, zo lang dat gevolgd wordt door een gemeend 'dankjewel'. Ik ga daar niet flauw over doen. Maar als je nooit 'dankjewel' zegt - stopt het voor mij. Ik word daar pisnijdig van. Echt niet normaal.

Mijn geduld kent grenzen.
En die grenzen verplaatsen zich van dag tot dag.
Dat is natuurlijk niet zo duidelijk voor de mensen die met mij samen wonen. Ik kan me zelfs voorstellen dat het ronduit vervelend is. De ene dag kon ik best verdragen dat er 'vervelende dingen' gebeurden op school - de andere dag joeg me dat binnen de vijf minuten tegen het plafond. En dan werd ik gemeen en giftig. Niet mooi. Niets om trots op te zijn...

Ik heb het moeilijk met afhankelijkheid.
Ik ben gek op mijn kinderen en ik zou letterlijk alles voor hen doen. Ik doe waarschijnlijk veel te veel voor hen.
Maar toch krijg ik het heen en weer van te afhankelijke mensen.
Dat vind ik zelf ook moeilijk te rijmen. Bij mijn kinderen was er geen probleem. Die zijn af en toe wat té zelfstandig.
Misschien had ik Valentina van bij het begin meer ruimte moeten geven en niet alles voor haar moeten doen. Misschien was ze dan veel sneller zelfstandiger geworden. Ik weet het niet.

'Man the fuck up' - zei ik letterlijk als ik die afhankelijkheid zag.
Ik dacht: 'wees toch niet zo'n baby.'
Dat is ongeduld en een aversie aan afhankelijkheid. Valentina heeft een band met haar biologische moeder die ik nooit zal hebben met Flo - maar ik vind dat niet erg. Ik gruwel een beetje van 'dat soort band'. Intolerant van mijn kant is het, ja. En ongeduldig. En moeilijk. Sorry, ik kan er niet aan doen.

:)
Ik stond soms te kijken van hoe tolerant ik ben.
Jaha. Af en toe ben ik toleranter dan ik denk. Dan kan ik er allemaal beter tegen. Door een paar keer flink op mijn tanden te bijten dit jaar en niets te zeggen, heb ik er een klein schepje tolerantie bijgekregen. Niet veel - ik ben nog altijd veel te intolerant op alle mogelijke manieren - maar wel een beetje.

Mijn geduld is rekbaarder dan verwacht.
De avonden dat ik hier uren aan een stuk heb zitten praten - met armen, benen, ogen, mond, Nederlands-Spaans woordenboek - en uitlegde wat er moest veranderen of moed insprak of troostte of probeerde te helpen... Nooit geweten dat ik dat kon. Ik stond soms verbaasd van wat een wijze woorden er uit mijn mond kwamen.

Je mag nu hardop lachen met die laatste zin.

We hebben het met z'n allen toch maar gedaan.
Patrick, Flo en ikzelf. En Valentina. We gingen er van bij het begin van uit dat Valentina één van ons was. Daar is nooit over gepraat en daar is nooit discussie over geweest. Het was heel snel 'ons Valentina'. Het gaf een andere dynamiek aan wie we zijn. We hebben met iemand ons huis én onze thuis gedeeld. En ook ons hart. Ik ging met Vale shoppen en wou dat ze er mooi uitzag én zich goed voelde in de kleren die ik voor haar kocht. Het was schipperen, maar het resultaat mocht er zijn. Ik heb naar haar geluisterd. Ik heb haar verdedigd. Ik heb een paar keer harder geprobeerd dan ik voor mogelijk hield.
Patrick probeerde met haar te praten. Hij hielp haar met huiswerk. En boven alles bracht hij haar altijd aan het lachen. Een speciaal klaterend lachje, dat we straks zullen missen.
Flo keek met haar naar Grey's Anatomy - ze worden allebei dokter, later - en ze hielp haar met werkjes voor school. Ze zei ook dat haar haren mooi zaten of dat ze een leuke T-shirt aan had. Ze riep haar elke ochtend uit bed.


Weet je, ik maak uiteindelijk toch geen balans op.
Het is positief en het is negatief.
Het is gewoon het leven, denk ik nu.



dinsdag 29 mei 2012

Gemengde gevoelens

Nog 26 dagen en dan is Wannes terug.
Nog 40 dagen en dan vertrekt Valentina.

Hoe kan een jaar plots zo snel gaan? In januari leek het allemaal traag en ver. Nu is het er gewoon. Het heeft ons ingehaald voor we het goed beseften.

En ik zit met gemengde gevoelens. Heel gemengde gevoelens.

Laat me beginnen bij Wannes.
De voorbije weken vroegen mensen me voortdurend: 'En? Je zult wel blij zijn dat hij bijna terug is, zeker?'
Het was geen vraag, maar meer een statement. En het maakte me vaak ongemakkelijk.
Want wat moest ik antwoorden? 'Ja', natuurlijk. Dat wordt van mij verwacht.
Maar vreemd genoeg zegt mijn binnenste ook een beetje 'Neen'.
Begrijp me niet verkeerd. Ik mis Wannes op tienduizend verschillende manieren. Ons huis is anders zonder hem. Ik ben anders zonder hem. De anderen zijn anders zonder hem.
Zonder Wannes gaat er een stukje lichtheid verloren. Met Wannes in de buurt gaat het leven gewoon een beetje gemakkelijker. Voor iedereen.

Maar ik weet ook dat terugkomen zo veel meer pijn doet dan naar ginder gaan. Het vertrekken is een beetje als op reis gaan. Je pakt je koffers en vertrekt. Ja, je weet wel dat het voor een heel jaar is, maar dat besef komt later pas. Het duurt een paar weken voor je dat door hebt.
Als je er bent, val je, strompel je, blijf je soms even liggen en sta je uiteindelijk weer op.
En net als je de hele tijd opstaat en er echt van geniet, moet je weer weg.
Wannes is graag in Brazilië. Hij heeft er vriendschappen gesloten - hechte, echte, goeie vriendschappen; hij heeft er een nieuwe familie gekregen - een familie die hem echt graag ziet. Hij is een stukje Brazilië geworden en Brazilië is een stukje van hem geworden.
Het terugkeren is vele keren harder dan het gaan. Je weet dat het deze keer geen reis is. Je gaat 'gewoon terug' naar wat er was en je laat achter waarvan je houdt. Als je hier vertrekt, weet je dat je terugkeert naar diegenen van wie je houdt. Als je daar vertrekt, weet je dat het nooit meer hetzelfde wordt en dat je sommige mensen misschien niet meer terugziet.
Hier moet je her-aanpassen. En dat is vaak minder gemakkelijk dan gewoon aanpassen.
Zo herinner ik het me toch.

En dan is er Valentina.
Bij haar weet ik het niet zo goed. Ik denk niet dat zij een stukje België geworden is. Misschien is België een klein stukje van haar geworden. Misschien. Dat zal de toekomst uitwijzen.
Valentina's weg hier was hobbelig. Ze legde hem af met een vasthoudendheid - je mag het ook gewoon koppigheid noemen - waar ik vaak met verbazing naar keek.
Haar koppigheid had twee kanten. Ze had het niet gemakkelijk in het begin - en dat is een  understatement. Vale was niet klaar voor een jaar 'in den vremde' - zo veel is zeker. Van nature verlegen, introvert, redelijk ascoiaal en niet-communicatief had ze het veel moeilijker dan andere uitwisselingsstudenten. Dat het bovendien fysiek moeilijk ging, deed er weinig goed aan.
Maar kijk: haar koppigheid werkte in de positieve zin. Ze beet op haar tanden en ze ging door - ook al vond ze het aartsmoeilijk.
Dat die koppigheid ook vaak negatief was, hoef ik niet te vertellen.
Ze deed niet aan school. Punt.
Sociale gebeurtenissen lagen haar niet. Punt.
Praten was niet aan haar besteed. Punt.
Mooie kleren vond ze niks. Punt.
Live with it, zag je haar telkens denken.

Een anekdote tussendoor:
Valentina moest ons onlangs ondervragen over Facebook voor de les Engels. De vragen waren in het Engels opgesteld. 
Valentina: 'Ik vraag het in het Nederlands.'
Wij: 'Neen, je vraagt het in het Engels. Anders leer je het nooit.'
Er volgde een half uur van weigeren langs haar kant. Maar Flo en ik hielden het been stijf en weigerden even hard. De keuken stond op dat moment vol ezels - of zo leek het toch.
En kijk, wat acht maanden geleden onmogelijk leek, was plots een feit. Valentina stelde haar vragen in het Engels. Gebrekkig Engels, maar Engels. Dat was een overwinning. Voor ons misschien, maar nog véél véél meer voor haar.

Valentina beseft zelf dat ze geen doorsnee AFS-student is. Ze wou hier van bij het begin niet zijn en dat maakte het extra moeilijk. Maar ze heeft ook veel opgestoken. Ze praat intussen met onze familie - in het Nederlands en soms ook in het Spaans. Ze gaf een presentatie over Chili op school - de titularis was niet tevreden, maar ze heeft het toch maar gedaan. Ze hield niet van de voetbalclub die Patrick voor haar had uitgezocht - maar uiteindelijk vond ze zelf een voetbalclub waarin Latina's speelden en die ze wél leuk vond.
Kijk. Dat zijn mijlpalen voor haar.

Gaan we haar missen? Vast wel. Maar we hebben beslist om volgend jaar alleen naar Brazilië te gaan en Chili te bewaren voor een later moment. Dat is beter. Voor haar en voor ons. Sommige zaken moet je eerst verteren.

Gemengde gevoelens dus - aan beide kanten. Veel vragen ook.
Juni wordt een maand vol emoties. Ik leg de zakdoeken al klaar.