Motto to live by

Life should not be a journey to the grave with the intention of arriving safely
in an attractive and well-preserved body,
but rather to skid in sideways, chocolate in one hand, martini in the other, body thoroughly used up,
totally worn out and screaming: 'Woo hoo! What a ride!'
(Hunter S.Thomson - met dank aan Nathalie)

donderdag 31 december 2015

2015

Ik loop al een tijdje te verkondigen dat ik 2015 een klotejaar vond. Te veel agressie, te veel onzekerheid, financiële katers, een leeg huis, een pijnlijke rug en pijnlijke handen en nog wat van dat. Voor mij was het een jaar om te vergeten. Voor eeuwig onder de mat.

Maar vandaag, op de laatste dag van dit vermaledijde jaar, zijn er ook een paar andere gedachten.

2015 is het jaar van Flo. Flo in Paraguay. En dat is niets minder dan bijzonder.
Denk maar naar mijn Zweedse vriendin Ulrika waarmee ik een paar memorabele dagen in Antwerpen doorbracht. Nooit geweten dat een orthodoxe Jood profaniteiten als 'fucking slut', en 'fucking asshole' en 'fucking whore' zou bezigen.
(Ik leerde Ulrika kennen in 1981 tijdens mijn uitwisselingsjaar.)
Of aan onze zomervakantie. Eentje in het wondermooie Zweedse huis van bovengenoemde Ulrika; eentje in het prachtige Italiaanse huis van mijn  vriendin Rossella. Ik leerde Rossella kennen op een  bijzondere AFS workshop in Zweden. Daar heb ik een verbondenheid gevoeld die je zelden vindt bij mensen die elkaar nog maar net kennen. Het was schoon.
Of aan een memorabele kerstavond met Angela, Chad en Charla. Drie geweldige Texanen. Vrienden van Patrick. Hij leerde ze kennen tijdens zijn uitwisselingsjaar.
Of aan de Italianen en Brazilianen, Duitsers, Australiërs, Noord-Ieren en andere nationaliteiten die hun doortocht maakten. Vrienden van Wannes. Hij leerde ze kennen tijdens zijn uitwisselingen in het buitenland.

Dat was ook 2015.

In 2015 werd de Keukenprins geboren. Dat boek was thuiskomen voor mij. Het leek alsof ik een derde kind gekregen had. Een nakomertje. Eentje dat ik alleen maar wou verwennen. De woorden waren al klaar in mei van het vorige jaar, maar toen ik de tekeningen van Georgien zag, wist ik dat het een schoon kind zou worden.
Ik hou van de figuren uit het boek. Ik weet niet waar ze vandaan komen, maar ze zitten kort op mijn vel. Het is een gevoel dat ik moeilijk verklaren. Het liefste zou ik elke dag over hen schrijven. Of over de andere figuren die in mij leven.
Ik ben de mensen bij Lannoo al langer dankbaar dat ze ooit iets in mij zagen. Ik doe nu al een hele tijd het werk dat ik het allerliefste doe.
Maar Sofie en Judith, de kinderboekenuitgevers, namen me 'beyond'.  Judith sneed met een mes de vieze velletjes en rotte plekken weg uit het manuscript. Haar commentaar was hard maar ook juist en rechtvaardig. Het boek werd er beter door.
En Sofie. Ik merkte aan alles wat ze zei dat ze het meende. Soms heb ik het gevoel dat zij ook een beetje moeder werd van Max.
Ik heb dit jaar een angst opzij gezet. Ik ben nu wat ik als kind al wou worden: kinderboekenschrijfster.
Soms kan ik het zelf nog niet helemaal geloven. De eerste stap is gezet en ik hoop dat ik de moed vind om gewoon verder te wandelen.

Dat was ook 2015.


2015 waren de vriendinnen die langskwamen om koffie te drinken. Of met wie ik pizza at en die intussen mijn problemen oplosten. Of die me lieve mails stuurden als ze merkten dat ik Flo hard miste. Of met wie ik een verjaardag vierde op het strand. Ze waren er gewoon. Elk jaar besef ik meer hoe belangrijk ze zijn.
Het was Patrick, Wannes, Flo op zo veel manieren dat ik er geen woorden voor heb.
Het waren mijn vader, mijn broers, mijn nichtjes en neefjes. Mijn petekinderen.

2015 was veel bagger en shit. En kutzooi ook.
Maar gelukkig waren er altijd mensen om het beter te maken.

Dankjewel.
En ik wens dat de wereld 2016 wat liever en wat rustiger mag zijn.


zaterdag 14 november 2015

Het Parijs van Flo

Flo houdt van Parijs.
Als ze kon kiezen zou ze Parisienne zijn.
En wàt voor een Parisienne zou ze zijn.
Een Parisienne op hoge hakken. Zonder schrik.

Ik hoorde het nieuws vanochtend pas.
'Vreselijk', zei Patrick die met de kranten aan de keukentafel zat.
Ik begreep hem niet.
Toen pas zag ik wat er gebeurd was.
Parijs, het Parijs van Flo, lag onder vuur.

's Nachts had Patrick een bericht naar onze kinderen gestuurd:
'Dit is politiek. Laat het nooit een aanleiding zijn om vrienden niet meer te vertrouwen, ook al hebben ze een ander geloof. Wees alert! Wees voorzichtig! Maar ga puur op je gevoel af.'
'Blijf de ruim denkende mensen die jullie nu zijn. Mama en ik hebben jullie opgevoed in een geest van openheid, met respect voor iedereen die er andere ideeën op nahoudt. Jullie zijn allebei in het buitenland (geweest) en weten uit eerste hand hoe verschillend culturen kunnen zijn. Jullie weten ook dat extremisten nooit het algemene belang vertegenwoordigen (kijk naar het Vlaams Belang). Wees niet bang!'

Ik ben niet bang.
Ik ben verdrietig.
Voor Flo en haar Parijs.
Voor een wereld die weer een stuk van haar vrijheid verloren heeft vannacht.
En boven alles blijf ik geloven dat we onze kinderen moeten leren vliegen.
Zonder angst voor de ander.






donderdag 10 september 2015

Ja. Ik heb het er moeilijk mee

'En? Mis je ze niet te erg? Geen last van het lege-nest-syndroom?'

Ik was stoer.
En ik antwoordde:
'Nee. Ik heb te veel werk om ze te missen.'
Of
'Nee. Het is plezierig om te kunnen doen en laten waar je zin in hebt.'


Maar het is niet waar.
Ik mis ze.
Ik mis mijn leven als mama.
Misschien wil ik niet doen en laten waar ik zin in heb. Ik vond dat nooit erg.


Wees gerust. Ik blijf geloven in: 'Als je wilt dat je kinderen vliegen, moet je ze uit het nest duwen.'

Maar hier zit ik dan, in dat lege nest. Ik maak geen apart ontbijt meer voor iedereen. Brooddozen zijn iets uit het verleden. En omdat ik niet meer moet opvoeden, kan ik net zo goed mijn bord leeg eten voor de televisie.

Misschien gebeurde het net iets te snel. Eerst vertrok Flo en niet veel later woonde Wannes alleen.
Er is leeg en er is plots wel héél erg leeg.
Eerst voelde het alsof ze op vakantie waren en straks weer terug kwamen. Maar in september begon de routine en sloeg het me recht in het gezicht.

Ik wil niet zielig doen.
Maar ik wil ook niet meer stoer doen.
Ja, ik heb het er dus moeilijk mee. Ik weet niet meer goed waar mijn definitie zit. Alles voelt te groot.
Ik ben zo graag mama. Natuurlijk blijf ik voor altijd en eeuwig mama van mijn kinderen en natuurlijk komen ze regelmatig langs en natuurlijk doen ze het fantastisch zo-op-hun-eigen en natuurlijk ben ik trots op hen.

Maar ik heb er dus wel last van.
Van dat lege nest dat werk, kat of man nog even niet kunnen opvullen.

maandag 17 augustus 2015

En? Hoe gaat het nu met Flo?

Goed, danku!

Ze is geschrokken, die eerste dagen.
Want daar zat ze dan, in Paraguay. Op een paar duizend kilometer en meer dan 31 uur reizen van huis. En ze sprak geen Spaans, moest met een miauwende kat in de kamer slapen en had niet door dat ze zelf haar was zou moeten doen als ze schone kleren wou.

Maar kijk, een mens is flexibel.
Flo doet de was.
 
Flo kent al een klein beetje Spaans, genoeg om aan haar broertje te vragen of hij nog moe is.
Flo gaat naar school en draagt op dinsdagen een ander uniform dan op maandagen.
Flo bakt chipa's.
 

Flo gaat op bezoek bij de Vlaamse vereniging in Paraguay - die van Reizen Waes, ja - die haar vijftigste verjaardag viert en voor de gelegenheid een taart gebakken heeft met het AVV VVK kruis erop.




Ze maakt plannen.
Ze gaat traditioneel Paraguayaans leren dansen met een fles op haar hoofd.
https://www.youtube.com/watch?v=Q3rlikdV9UQ.
Ze maakt plannen om Fifi de tapir te bezoeken. Die van Reizen Waes, ja.
En naar Brazilië te gaan.
En naar Argentinië.
En naar Chili.

Natuurlijk zijn er ook slechte dagen met heimwee en de vraag 'waarom ben ik hier aan begonnen?'
Maar zoals ik al zei: ze is flexibel.


Zeg nu zelf.
Dat is toch geweldig. En ook dapper.