Motto to live by

Life should not be a journey to the grave with the intention of arriving safely
in an attractive and well-preserved body,
but rather to skid in sideways, chocolate in one hand, martini in the other, body thoroughly used up,
totally worn out and screaming: 'Woo hoo! What a ride!'
(Hunter S.Thomson - met dank aan Nathalie)

dinsdag 2 februari 2016

Zet die reactieknop uit!

Ik zit op Facebook en klik op een link. Een artikel over Femke-moteurtje-in-de-fiets waarin een zekere Marijn de Vries uitlegt wat er volgens hem aan de hand is.
Ik heb niets met veldrijden, maar ik denk: 'Rake analyse. In elk geval stof tot nadenken. Fijn geschreven ook.'
Ik lees ook de reacties.
Marijn krijgt een paar keer de wind van voren. Bij sommige reacties vraag ik me af of de schrijvers het artikel gelezen hebben. Het lijkt erop alsof ze alleen maar willen reageren. Lees vooral het stuk zelf, inclusief de reacties. 
Het is natuurlijk niet de eerste keer dat ik me erger aan de reactieknop. Al bij al valt het bij het stuk van Marijn nog mee. Eerder vandaag las ik bijvoorbeeld een stuk van een Duitse dokter die de eerste opvang verzorgt voor vluchtelingen en beschrijft hoe het er aan toegaat.
'Stof tot nadenken', denk ik.
Maar helaas ben ik weer dom genoeg om de reacties te lezen. Puur, onversneden, walgelijk racisme dat bovendien bulkt van de taalfouten. Zum kotzen. Je hoeft het van mij niet eens te zijn met die dokter, maar je kunt op zijn minst een beetje beleefd blijven.
Af en toe lees ik een stuk van of over iemand die ik ken en die (een beetje) BV is. Als ik de reacties lees, ben ik blij dat ik niet bekend ben.

Door de reactieknop kan de grootste idioot met toegang tot het internet zijn gal spuwen. En hij doet dat met verve.
Vroeger moest zo iemand eerst briefpapier vinden. En een balpen of een potlood. Vervolgens moest hij zijn mening een beetje ordentelijk formuleren en op zoek gaan naar een envelop en een postzegel. Als hij dat al voor mekaar kreeg, ging de lezersbrief naar de krant - op voorwaarde natuurlijk dat de briefschrijver de moeite deed om naar een brievenbus in de buurt te wandelen. Op de redactie oordeelde een redacteur of de brief al dan niet geplaatst werd. Als dat het geval was, werden de ergste taalfouten eruit gefilterd en werd de brief meestal nog wat ingekort.
Dat waren nog eens tijden.

Klink ik ouderwets? Dan is dat maar zo.
Ik vind het prettig om veel meningen te horen en erover na te denken. Maar laat die meningen in godsnaam met een minimum aan respect en beleefdheid geformuleerd zijn.
Een journalist kan dat.
Bepaalde mensen met een vlotte pen kunnen dat ook.
Maar een idioot met een tablet in zijn poten die denkt zich interessant te moeten maken - nee, die kan dat niet. Dat is gewoon buikgevoel dat opborrelt. Niet meer dan een scheet. Maar hà! Hij heeft die scheet toch maar mooi openbaar laten vliegen zodat iedereen hem kan ruiken. Wat een prestatie! Applaus!

Ik lees momenteel de nieuwste Bill Bryson met een geweldig stukje over het moment waarop hij per ongeluk op TripAdvisor een café Googlet en de commentaren leest:

'One recent visitor pronounced himself 'Dissapointted' with the experience. Well, here is a new rule: if you are too stupid to spell 'disappointed' even approximately correctly, you are not allowed to take part in public discourse at any level.'

En verder:

'I do despair. We live in a world that has practically no appreciation for quality, tradition or classiness, and in which people who can't spell even common words get to decide what survives. That can't be right, surely. I was, as a TripAdvisor correspondent might put it, deply trubbled.'

Ik ook. Deptly trubbled. Verry deptly.