Motto to live by

Life should not be a journey to the grave with the intention of arriving safely
in an attractive and well-preserved body,
but rather to skid in sideways, chocolate in one hand, martini in the other, body thoroughly used up,
totally worn out and screaming: 'Woo hoo! What a ride!'
(Hunter S.Thomson - met dank aan Nathalie)

dinsdag 27 december 2011

Kerst met een krak

Het gebeurde op de vrijdag voor kerstmis. Ik zat al sinds 7 uur te werken - die nieuwe Code 37 moest af! - en Patrick was zo lief geweest om boodschappen te doen. Omdat ik zo moe was, had Patrick me aangeraden er de blok op te leggen. Een bad te nemen. Een paar dagen niet meer te werken. En ik was - tegen al mijn principes in - akkoord gegaan. Warm bad, wat lezen, een beetje rust - maar toch nog altijd de onrust van 'dat boek moét af'.
Natuurlijk hielp ik bij het uitladen van de auto, controlefreak die ik ben! Hij moest toch eens de verkeerde dingen meegebracht hebben.
Ik stond aan het aanrecht en plots was het gedaan. Mijn onderrug werd warm, mijn knieën week en dan volgde er pijn, pijn, pijn. Ik zei: 'Dit is niet goed' en strompelde naar de zetel. En daar lag ik op mijn zij, in foetushouding. Dat liggen deed pijn, maar zitten of staan waren al helemaal onmogelijk. Dit was veruit het ergste wat ik ooit had meegemaakt - ja, erger dan twee keizersnedes en een hele nacht weeën - en bovendien geraakte ik volledig in paniek. De minste beweging deed zo veel pijn dat de tranen me over de wangen stroomden. Ik kon geen kant meer uit. Zelfs na een paar pijnstillers en spierverslappers lukte het me niet om op een normale manier te staan, te zitten, te liggen. Ik wou een ambulance. Ik wou een dokter. Eigenlijk wou ik gewoon dood.
We belden de dokter van de rugschool en ik mocht langskomen om vijf uur. En toen het vier uur was, zei ik dat ik nooit recht zou geraken. Hoe we ook probeerden, ik kon niet op mijn benen staan. Het kwam er op neer dat ik op mijn knieën voor de zetel zat en probeerde te steunen op mijn armen, ondertussen zo hard gillend dat iedereen in de buurt schrik kreeg. Valentina vluchtte naar boven. Flo zat stilletjes in de keuken. En Patrick keek naar me zonder te weten wat te doen. Hij belde een ambulancedienst, maar zij hadden geen tijd. De gewone honderd kon me komen halen, maar dan zou ik naar het Stuivenberg gebracht worden, voor mij het voorgeborchte van de hel (maar dat is een ander verhaal). Uiteindelijk - na nog een spierverslapper en een pijnstiller - lukte het om recht te staan. Ze trokken een legging aan onder mijn jurk. Flo trok me haar dikke wollen botten met pomponnetjes aan. Ik zag er niet uit, met mijn gezicht opgezwollen van het vele huilen en mijn haar in vette pieken. Ik kon zelfs niet naar het toilet gaan omdat ik de trap niet op geraakte...
Bij de dokter moest ik op de tafel gaan liggen - geen sinecure. Er werden wat eenvoudige oefeningen gedaan. Ik moest me op mijn andere zij draaien, maar daar lukten de oefeningen al helemaal niet meer. En dan moest ik van de tafel komen. 'Neem uw tijd', zei de dokter en terwijl hij zijn voorschriften schreef, probeerde Patrick me recht te krijgen.
Nog meer spierverslappers, pijnstillers en ontstekingsremmers. Het was een totale blokkage van mijn onderrug en misschien een hernia. Dat zou alleen een scan uitwijzen (en NO WAY dat ik ooit weer in dat apparaat kruip!). Ik moest rusten. En veel pillen pakken. En niet drinken.
Dat laatste was geen probleem voor mij, maar voor Patrick was het jammer natuurlijk want hij zou moeten rijden...

Zaterdag ging het marginaal beter. Het plan om naar Amsterdam te gaan, werd afgevoerd. Jammer, maar de langste afstand die ik kon afleggen was naar de keuken en terug... Patrick haalde de kaasschotel op bij Van Tricht, hij deed de was, hij maakte 's middags boterhammen klaar, hij ging nog wat pakjes halen... En ik lag op de zetel. Sliep. Las. Sliep nog wat. En moest alles, alles, alles vragen. Wat een vreemde gewaarwordingen voor mij! Ik - the commander in chief - die nu onder de drugs op de zetel lag en geen poot kon verzetten. Iets of iemand wou me iets duidelijk maken... Zo voelde het toch.

Tegen 's avonds was iedereen klaar voor een klein feestje. De kaasschotel was fantastisch - hoewel Valentina nooit een fan van blauwe kaas zal worden - en het was supergezellig. Ook al waren er geen uren en uren koken aan vooraf gegaan. Pompoensoep, kaas en wat mislukte madeleines (de rest van de madeleines lukte overigens wel!). We stopten opdrachtjes in een hoed en alleen als je ze juist uitvoerde, mocht je een cadeautje open doen. We speelden UNO en wie won mocht een cadeautje open doen. We speelde uitbeelden en degene die het goed raadde mocht een cadeautje open doen. Valentina was oprecht blij met haar tickets voor Disney on Ice en met het Valentina-parfum. Flo was in de wolken met haar nieuwe jurk, haar tickets voor Giselle en AL haar DVDs. Kortom, ondanks alles was het een gezellig feest. Een héél gezellig feest.

Zondag was het feest bij Jeroen. Tanya had ontzettend haar best gedaan om te koken en pakte uit met een super viergangenmenu. Er waren veel pakjes en er werd veel gelachen. Bovendien kregen we te horen dat er volgend jaar een nichtje of een neefje bij kwam. Hoera! Hoera! Hoera!
Op maandag was het bij opa feest. De schoondochters brachten het eten mee - een koud buffet. Dus stonden we hier 's ochtends sushi te rollen en speculaascrème in potjes te doen... En ja, het was gezelllig.

In alles zit trouwens ook een les... Patrick heeft het de voorbije dagen allemaal van me overgenomen. Hij rende rond, deed de boodschappen én de was, poetste en zorgde voor mij. En hij deed dat fantastisch. Ik heb bewondering voor mijn vent en ik ben hem ontzettend dankbaar... Dat is dus liefde!

Ik moet het vandaag bekopen. Mijn rug doet weer veel meer pijn en ik lig in bed. Ja, ik probeer te werken, maar het zal in eerste versnelling zijn. En dat zal de volgende weken ook nog zo zijn. En ik heb een voornemen voor volgend jaar waaraan ik hoop me te kunnen houden. Want hard werken is goed en wel, maar als dat ten koste gaat van kerst- en andere feesten, ben je slecht bezig....

zondag 18 december 2011

De wonderlijke wegen van AFS

Veerle Beel, journaliste bij De Standaard, schrijft een column in de krant over haar zoon die als uitwisselingsstudent in Zuid-Afrika zit.
Ik stuur haar een mailtje om te vertellen dat ik de column zo mooi herkenbaar vind.
Haar zoon heet Niels en hij is ook een AFSer, net als Wannes.
Er gaan wat mailtjes over en weer tussen twee moeders. Over moederdingen en zonendingen.
Ik schrijf dat ik een vriendin in Kaapstad heb.
Zij schrijft dat haar zoon dolgraag naar Kaapstad wil met zijn gastzus, maar geen adres heeft.
Ik stuur een mailtje naar mijn vriendin Leila en vraag of Niels bij haar mag langskomen.
En kijk...
De wonderlijke wegen van AFS...
En van Miss Fish natuurlijk!

vrijdag 9 december 2011

Zumba zonder zumba is oké

'Zumba zonder zumba is oké.'
Het is maar één van de vele wijze uitspraken van Valentina die er een geweldig no-nonsense aanpak van de dingen op nahoudt.
Vorige week nam ik haar mee naar de zumbales zodat ze Ursula leerde kennen, de kleuterjuf bij wie ze twee weken 'sociale stage' zou lopen. We probeerden haar zo ver te krijgen om mee te dansen, maar ze schudde elke keer (een beetje boos) haar hoofd. Een paar zumba-ers gingen zelfs op de knieën en smeekten haar om mee te doen, maar Vale zei consequent 'neen'.
Deze zaterdag gaat Giulia uit Venezuela mee naar de zumbales. Om te dansen. Tenminste: als het niet regent en niet te koud is, want daar houdt Giulia niet van... Vale zei dat ze mee ging, omwille van Giulia. Toen ik opperde dat het toch een beetje raar was om daar een heel uur naar huppelende dames te kijken, sprak ze dus de gevleugelde woorden: 'zumba zonder zumba is oké.'

Gisteren werd de kerstboom geleverd. Dat vond Vale fantastisch want ze had nog nooit een echte dennenboom gezien. Die hebben ze niet in Chili. Ze rook en voelde eraan en vond het allemaal heel bijzonder, tot ze later op de avond vol rode plekken stond die vreselijk jeukten. We hadden haar nochtans verwittigd! Flo en ik zijn er ook allergisch voor, maar nemen onze voorzorgen door niet te veel met de naalden te spelen. Ik ontdekte dat Valentina haar zakken vol afgevallen takjes had gestopt en nam ze vlug weg. Ik hoop dat ze niet een hele nacht heeft liggen krabben.
Met de kerstboom sloeg ook de heimwee toe. Echt mee versieren zag ze niet zitten. Ze stond een beetje in het deurgat geleund en keek toe terwijl ze regelmatig in haar ogen wreef. Flo had - traditioneel - een CD opgezet met foute kerstliedjes en de woonkamer en de keuken stonden vol brandende kaarsen die naar kaneel roken. Na het opzetten van de kerstboom werd - traditioneel - Love Actually (de film) opgezet.
We hebben Vale een paar knuffels gegeven gedurende het hele proces en ik heb haar verteld dat ze er ook wat van moest genieten want dat dit waarschijnlijk haar énige keer was om de traditie van het kerstboom-zetten in ons huis mee te maken, maar ze had het moeilijk.

En dat begrijp ik. Kerst en nieuw zijn nu eenmaal de dagen waarop je elkaar meer mist. Bij mij valt het Wannes-missen nog mee - maar bij elk cadeautje dat ik voor hem koop en bij elke foto die ik van hem zie, begint het een beetje te wringen. Tegen 24 december zal de heimwee wel toeslaan. Laat ons hopen dat we het met veel nieuwjaarsbubbels doorgespoeld krijgen!

maandag 5 december 2011

Bang!

Kan het dat iemand op een paar weken tijd helemaal verandert?
Ik ben er altijd van uitgegaan dat mensen zijn wie ze zijn en dat ze in de fond altijd dezelfde zullen blijven. Misschien moet ik dit uitgangspunt herzien.
Sinds een paar dagen zien we een echte vooruitgang bij onze Chileense dochter. Het valt moeilijk onder woorden te brengen, maar blijkbaar heeft ze beslist om haar schouders eronder te zetten en iets van dit jaar te maken. Op zaterdagochtend ging ze mee naar de Zumbales om Ursula te ontmoeten, de kleuterjuf bij wie ze twee weken stage zou lopen op de kleuterschool. Zelfs een knieval van Quirine haalde haar niet over tot dansen, maar ze kon er wel een beetje om lachen. Ik zag het ook niet direct gebeuren - Vale die vrolijk huppelend Zumba danst - maar het feit dat ze er was, zei al veel.
's Namiddags gingen we bomen planten in Dendermonde - een heus AFS-bos - en zagen we Valentina lustig kwebbelend en lachend met haar Hondurese vriend en Chileense vriendin door de weide ploeteren. Ze had te grote rubberlaarzen aan waarmee ze moeilijk vooruit kwam, maar kon daar zelf wel om lachen. Die Hondurese vriend had ze maar niks gevonden in de eerste weken van haar verblijf, maar nu relativeerde ze zijn machogedrag en leek het zelfs grappig te vinden. Ze ving een kikker, bracht er iedereen mee aan het schrikken, sprong samen met Mr.Honduras achter hem aan door de wei en zei: 'niet aan papa zien want papa kikker opeten.' Inderdaad: Patrick houdt van kikkerbilletjes...
Ze liet zich tot een blauwe poes schminken en aan het einde van de dag zagen we haar het nummer van een Hondurees meisje in haar telefoon opslaan.
Zondag gingen we naar Brugge en riepen haar om halfnegen uit bed. Normaal zou dat met veel zuchten en steunen en oogwrijven gepaard gaan, maar dit keer was ze er absoluut klaar voor. Ze zat mee aan de ontbijttafel en om tien uur spoorden we richting Oost-Vlaanderen. Ze vond alles goed wat wij deden en genoot. Dat was gewoon fijn om te zien. Het viel ons wel op dat bij elke klap, bij elke onverwachte gebeurtenis - en die waren er veel op een drukke zondag in Brugge! - en bij elk raar geluid, Valentina bijna een meter omhoog sprong van het schrikken. 'Je hebt een slecht geweten,' lachten we - iets wat we vervolgens niet vertaald kregen naar het Spaans.

Vale had al een paar nachten slecht geslapen en plots wist ik waarom... Ze is gewoon bang. Bang van héél veel: trampolines, nieuwe mensen, nieuwe plekken, een nieuw bed, nieuwe uitdagingen zoals die stage... en ga zo maar even door. Patrick en ik zijn niet gewend aan bange kinderen. Die van ons zijn zo nieuwsgierig dat ze meestal vergeten bang te zijn, maar Valentina is dus écht bang van héél veel dingen.
Vanmorgen nam ik haar even apart en zei: 'Je bent bang hé? Daarom slaap je al een paar dagen slecht.'
Ze moest lachen en gaf toe dat ze bang was. Maar ik zag ook dat ze vastbesloten was om haar angst het deze keer niet te laten winnen.

En ze spreekt plots een aardig mondje Nederlands - alsof die Spirito Sancto waarvan ik zei dat hij niet zo maar langs zou komen, toch een beetje is nedergedaald.

Ik wacht nieuwsgierig af... Nu nog even zorgen dat mama Chili zich niet te veel moeit - je kunt niet leven met één been in het ene en één been in het andere land - en dan zitten we op de goede weg.

In Brazilië gaat het intussen wel goed. Wannes zit sinds vorige week in een - totaal! - andere (helaas voorlopige) familie en voelt zich daar als een vis in het water. Zo goed dat hij simpelweg geen tijd heeft om ons te laten weten hoe goed hij zich voelt.
Zijn voorlopige mama, Ana Flavia, is een supertof mens. Zijn vader is een journalist bij Google, maar van hem heb ik nog niets gehoord. Hij heeft een zus - Alice - die volgend jaar naar Nederland komt studeren. En een broer die nu in een restaurant werkt in Firenze.
- De familie is al met hem naar een tentoonstelling rond Miles David geweest omdat ze weten dat hij trompet speelt;
- De familie heeft een Sinterklaasfeest georganiseerd waarop Alice en Wannes met alle kleine kinderen van de familie speculaas bakten. De koekjes - versierd met Smarties en ander gekleurd spul - staan op facebook. Schitterend!
- Hij heeft geen meid meer en moet er mee voor zorgen dat het huis schoon blijft. Dat doet hij zonder morren volgens Ana;
- Zijn zus wil volgend jaar in Nederland studeren en hij helpt haar met haar portfolio. Ook dat vindt hij plezierig, aldus Ana;
- Hij woont in een minder rijke buurt zonder bewakers. Volgens Ana is er niet echt reden om bang te zijn omdat Wannes al heel snel wist hoe hij zich moest gedragen in Brazilië. Volgens haar spreekt hij intussen ook wonderlijk goed Portugees én kan hij zich handhaven met het openbaar vervoer. Hij vangt ook signalen op als het eventueel gevaarlijk wordt. Ze heeft er alle vertrouwen in en wij dus ook;
- Ana liet weten dat ze het bedrag dat nog moest bijgestort worden voor de reis zelf al even geregeld had. Wannes zou haar wel terugbetalen...

Ana is AFS-verantwoordelijke voor Sao Paulo en je merkt dat ze perfect weet waar ze mee bezig is... Toch wel een verademing, ook voor ons!
Toen Ana Wannes vroeg om ons te laten weten dat alles goed was, zei hij: 'doe jij dat maar even want ik heb eigenlijk geen tijd. Je mag gerust met mijn moeder Skypen als ik er niet ben.'
Ik weet dus wel zeker dat het héél goed gaat met Wannes. Als een vis in het water! Straks vertrekt hij een maand op reis langs de mooiste Braziliaanse stranden...

vrijdag 2 december 2011

De zeer schone uren van juffrouw Symforosa, begijntje

Neen, ik ben niet plots gelovig geworden. Noch begijn, noch kwezel. Maar ik kan niet ontkennen dat de drie dagen in Herkenrode me bijzonder goed hebben gedaan.
Herkenrode is een oude abdijsite - zoals in 'heel oud', denk Graven van Loon, denk 1079 - waar vroeger Cisterciënzerinnen huisden. Die madammen op zich zijn razend interessant en ik raad iedereen aan om de tentoonstelling in de oude abdij te bezoeken. Weet wel dat je nooit meer hetzelfde over nonnetjes denkt...
Naast die abdij ligt een bezinningscentrum. Prachtig wit gebouw in een enorm park. Binnen is het zo mogelijk nog mooier met vloeren in brede, ongelijke houten planken, hoge ramen, monumentale trappen. Je kunt er een kamer huren voor geen geld en je krijgt er eten bij. De kamer is een tikkeltje spartaans - een bed (in mijn geval twee bedden), een wit bureautje, een stoel en een zetel - maar dat heeft wel iets. Je moet je wassen aan de lavabo in het badkamertje waar ook een toilet staat. Douchen doe je in een kleine cel op de gang (en hoe sexy is het dan om alleen in een badhanddoek gewikkeld terug naar je kamer te sluipen?).
Je krijgt drie keer per dag een maaltijd voorgeschoteld. De tafel in de eetzaal is gedekt - ook als je er helemaal alleen bent - en je krijgt er een uitgebreid ontbijt, een middagmaal met drie gangen en een avondmaal. Tussendoor krijg je nog twee keer koffie-met-een-koekje. Het enige wat ze van jou verwachten is dat je op tijd in de eetzaal bent en dat je mee helpt afwassen.
Maar dat is de buitenkant. De schil. Wat je ziet.
Een beetje bevreemdend is het gevoel - iets wat je veel moeilijker kunt beschrijven en waarbij - als je het dan toch probeert uit te leggen - menig wenkbrauw de hoogte in gaat.
'Deze plek werd altijd door vrouwen gerund,' vertelt iemand me. 'En dat voel je. Hier hangt een heel bijzondere, vrouwelijke energie die je niet onder woorden kunt brengen.'
Ik weet niet of het dat is - 'vrouwelijke energie' - maar het is wel bijzonder. De eerste nacht sliep ik helemaal alleen in dat enorme huis. Krakend hout, waterleidingen die af en toe tikten en sisten, geen mens in de ruime omgeving (het ligt in een natuurdomein) buiten wat stokoude nonnetjes in het aanpalende klooster... Bovendien had ik me te laat gerealiseerd dat 'niets doen' van halfacht 's avonds tot 's ochtends vroeg heel moeilijk is. Ik had wel een boek bij (over zestiende eeuwse nonnen in Venetië, stel je voor!) maar dat las niet zo prettig. De volgende nacht sliepen er eenendertig laatstejaars kleuteropleiding én was ik een film gaan kopen overdag. Een mens moet inderdaad een beetje voorbereid zijn op zo'n contemplatief leven zonder televisie, internet, radio of krant.

In al die rust leerde ik bovendien nog een zeer aangename dame kennen - Rita heet ze - met wie het meteen klikte. We bleken op een paar straten van elkaar te zijn opgegroeid in Leuven en bleven gewoon aan de praat, ook al kenden we elkaar nog maar pas. Ik ben uitgenodigd om te komen logeren in Hasselt en ik ga deze keer de uitnodiging niet naast me neerleggen. Rita is docente godsdienst en filosofie aan de Limburgse Hogeschool. Slimme vrouw. Grappige vrouw. En bijzonder sympathiek.

Hier thuis ging alles zijn gewone gangetje intussen. Patrick belde me op dinsdagavond om te vragen hoe hij die rare kool moest klaarmaken. Het was spitskool in plaats van gewone witte kool - maar hij vond dat 'moeilijk'. Op woensdag gingen ze eten - Thais - wat Valentina absoluut niet lekker vond waardoor ze nadien nog langs het frituur moesten. Nu ja.

Wannes woont sinds maandag in een ander gezin. Bij Ana Flavia en Carlos. Moeder is supersympathiek in haar mails en ik hoop dat Wannes het er enorm naar zijn zin heeft! Misschien horen we hem dit weekend... Hij vertrekt op 6 januari op een lange reis door Brazilië. Een maand lang langs de mooiste stranden. Er zijn ergere dingen in het leven, niet?

maandag 7 november 2011

Straatwerkers


5u04. Ik hoor Patrick naar zijn wekker grijpen en vloeken. Buiten klinkt geluid van metaal op metaal. Rinkelende kettingen, harde bonzen, brommende dieselmotoren. Ik zucht, sta op en kijk uit het raam. De werkmannen zijn gearriveerd en vinden dat het tijd is om wakker te worden.
Ze doen verder met hun lawaaierige bezigheden tot kwart voor zes. Dan wordt het plots stil. Ik sta op en ga douchen. Ik weet dat ze nu in de kabine van hun vrachtwagen of graafmachine zitten en hun boterhammen opeten. Waarom ze dat niet éérst doen en dan pas lawaai maken, is me een raadsel.

Om zeven uur is het werk in volle gang. Een enorme oranje graafmachine rijdt voor onze deur heen en weer. Als we door het raam kijken, lijkt het of we midden in een aflevering van Transformers terechtgekomen zijn. Ik neem mijn fototoestel en probeer een foto te nemen door het raam, maar het is te donker dus ga ik buiten staan. De machine staat brullend voor onze deur en doet zijn werk. Ik probeer een foto te nemen. En nog een. En nog een. Tot ik plots opschrik van iemand die voor me staat.
'Als je foto's wil nemen, kom je dat eerst vragen.'
Verbijsterd laat ik mijn toestel zakken.
'Maar ik neem toch geen foto's van u, meneer', probeer ik nog, maar de man heeft zich al omgedraaid en beent boos terug naar zijn machine.
'Maak ons dan ook niet wakker om vijf uur!' Ik kan het niet nalaten. Met maar vijf uur slaap op de teller word ik chagerijnig.
De man roept iets terug dat klinkt als 'wat?' en ik haast me vlug naar binnen waar ik aan Patrick vertel wat er gebeurd is.
'Toch beter geen ruzie krijgen met die mannen,' zegt mijn wederhelft bedachtzaam, 'want zij bepalen wel een paar maanden van ons leven.'

Maar ik blijf boos en neem later op de dag - als het lichter is - nog een foto van op de bovenverdieping. Die ik prompt op facebook zet met een boos tekstje erbij.

Als ik om acht uur naar de rugschool vertrek, spreek ik één van de werkmannen aan.
'Mag ik echt geen foto's nemen van de machines?' vraag ik terwijl ik op de graafmachine wijs.
Hij kijkt me verbaasd aan en haalt zijn schouders op. 'Waarom? Zegt hij dat?'
Ik knik bevestigend.
'Och madammeke,' zegt de man terwijl hij zijn schouders ophaalt. 'Het is den eerste keer dat ik diene mens zie. 't Is ne nieuwe en 't is maandag. Van mij moogt gij zoveel foto's pakken als ge wilt.'
Ik bedank hem en fiets de straat uit. Als ik voorbij de graafmachine rijd, blijf ik zo dicht mogelijk bij de gevels. Je weet tenslotte maar nooit!

Privacy is een hoog goed voor deze meneer van wie ik geen foto's mocht nemen. Toch vreemd voor iemand die vandaag honderd keer voorbij onze gevel reed en het niet kon laten om regelmatig een blik naar binnen te werpen.

zaterdag 5 november 2011

Skypen met Wannes

Het mag eigenlijk niet op weekdagen - een regel die wij Valentina hebben opgelegd -  maar omdat het zo lang geleden is, doen we het toch. We Skypen op een woensdagavond met Wannes. Eerst ben ik alleen, dan komt Flo erbij en wat later Patrick. Iedereen rond de tafel in de keuken, Wannes in het midden.
Hij vertelt en vertelt en vertelt. Er is amper een speld tussen te krijgen. Ik maak intussen het eten klaar, dek de tafel en uiteindelijk zitten we met vier aan tafel. Wij eten worst met witte kool en aardappelen, Wannes zit op 'zijn' plaats aan tafel en babbelt honderduit. Het voelt tegelijkertijd heel vreemd en heel vertrouwd aan.

Wannes' verhalen zijn hi-la-risch - veel grappiger dan hij zelf beseft. Ik weet niet of het mag, maar ik doe het toch. Als dit bericht straks verwijderd is, kwam er protest uit Brazilië...

Het eerste verhaal is redelijk onschuldig en gaat over zijn buschauffeur die hem elke ochtend rond 6 uur oppikt aan zijn huis en hem naar school brengt. Zijn naam ben ik nu even kwijt, maar het is een 'goeie gast' volgens onze zoon, waarmee hij af en toe een pintje gaat drinken in de favela's.
Dinsdagochtend van deze week zat Wannes nog half slapend op hem te wachten op de straathoek. Drie kwartier later zat hij er nog. Zijn moeder kwam informeren wat er aan de hand was en belde meteen  naar de chauffeur in kwestie toen bleek dat de bus gewoon niet was komen opdagen. De chauffeur vertelde haar doodleuk dat het 'vandaag geen school was en dat het dus normaal was dat hij Wannes niet kwam halen...' Moeder pikte het en Wannes mocht thuisblijven. Hij was zich van geen kwaad bewust.
Tot in de namiddag een sms van de buschauffeur kwam dat hij eigenlijk wél school had, maar dat hij zich overslapen had...
'Als de buschauffeur zegt dat ik geen school heb, heb ik geen school' postte Wannes later op facebook. Een waarheid als een koe natuurlijk!

Met het tweede verhaal moesten wij nog harder lachen. Wannes ging naar een concert met een paar vrienden en vriendinnen. Een meisje bij wie hij al heel vaak was thuis geweest en wiens ouders hij goed kende, was haar entreeticket vergeten en vroeg Wannes om het snel even op te pikken terwijl zij zich opmaakte in de auto. Het lag op haar bureau in het appartement. Wannes kende de weg, rende naar boven en opende de deur met de sleutel...om daar de gastouders aan te treffen in een verregaande staat van ontkleedheid...
Wannes is nog altijd beschaamd hoewel hij er absoluut niets aan kon doen.

Toch twee verhalen om te delen, niet?

dinsdag 1 november 2011

Waar zouden we ons druk om maken?

Laat me beginnen met mijn petekind op facebook:

Hilde: Knappe foto, X!
Petekind: 'Het is dan ook een super getalanteet fotomodel.'
Zus petekind: 'Dat jammer genoeg wel geen Nederlands kan...'
Petekind: '*getalenteert'
Zus Petekind: 'Nog steeds wat oefenen'
Hilde: 'Hahaha! Allez, X, nog één poging.'
Petekind: 'Getallenteert???'
Zus Petekind: 'Typt dat effe in in google en ge weet het.'
Petekind: 'Getalenteert tog'
Zus Petekind: 'Neeee, X, neeee'
Petekind: 'wa tan'
Zus Petekind: 'WaT Dan...GetalenteerD'

Zeg nu zelf! Dat is toch super grappig.

Voor de mensen die deze blog volgen omwille van Braziliaanse en Chileense histories: ik schreef een tijdje niets omdat 1. ik te weinig tijd had en 2. er niet zo veel te vertellen viel. Bovendien waren veel van de dingen die gebeurden niet meteen blogfähig.

Met Wannes gaat alles goed. Zijn laatste post op wannesinbrazilië.blogspot.com was lang en leuk. Wie hem op facebook volgt, denkt ongetwijfeld dat Brazilië één langgerekt feestje is en waarschijnlijk hebben ze geen ongelijk. Hij liet wel eens doorschemeren dat hij het 'af en toe moeilijk heeft' maar dat is hem niet aan te zien op de foto's waar hij altijd wel een arm rond twee, drie of meer Braziliaanse schonen heeft. Geld is zijn enige probleem. Dus sturen we regelmatig een pakje nieuwe hemden op. Probleem opgelost. Daar hoeven we ons dus al niet druk om te maken.

Vale begint langzaam haar draai te vinden en verbaast ons af en toe met een paar zinnen in het Nederlands. Flo vindt die bij elkaar gesprokkelde zinnen geweldig 'illegalio' maar wij vinden het super (Flo overigens ook). Verder oefent alles dat met speculaas te maken heeft een geweldige aantrekkingskracht op haar uit. Sinterklaas en Pedro Nero worden vast haar beste vrienden!
Gisteren had ze Leuvendag. En niet te vergeten: Leuvennacht! AFS organiseerde een stadsspel (dat ze maar niks vond) en 's avonds het Fiesta del Mundo in zaal Albatros. Dat feest herinner ik me zelfs nog uit MIJN oude AFS-tijd! Het was blijkbaar (nog steeds!) een geweldig feest waarop ze Nederlands én Engels had staan praten met mensen die ze niet kende. Ze stond zelf versteld van haar linguistieke strapatsen! Wij dachten: 'Waar een paar biertjes al niet goed voor zijn!'
Ze namen met drie de eerste trein naar Antwerpen en vanmorgen wist ze niet meer zo goed wie die drie anderen dan wel waren... Misschien opvoedkundig geen voltreffer, maar Vale had duidelijk genoten van haar nachtje uit, dus waar zouden we ons druk om maken?!

En laat ons Flo niet vergeten... Die à l'improviste een Halloweenfeest organiseerde waardoor we gisteravond plots met acht in plaats van met drie aan tafel zaten. Vijf 'enge Disneyfiguren' - waaronder Peter Pan en Aladin?! - die eerst spaghetti en chips aten en dan een halve nacht Disneyfilms keken... Opvoedkundig misschien ook geen voltreffer, maar ze hebben er van genoten dus - inderdaad - waar zouden we ons druk om maken?!

vrijdag 7 oktober 2011

Hilde bij de voor en na

Eerst kreeg ik kleuradvies.
En dan maakte Goele mijn kast leeg. Helemaal leeg. Drie volle vuilzakken.
Ik haalde er achteraf nog een paar favorieten uit, maar die hangen nu gewoon te hangen in mijn kast. Ze doen er niks. Ik hou me blijkbaar beter dan verwacht aan het kleur- en stijladvies.
En de broek die ik toch kocht tegen alle adviezen in is gekrompen. Ze was zwart gespikkeld en in wol en behoorlijk duur, ook in de solden. Ik morste er lijm op, waste ze te warm en nu is ze dus om zeep.
Mijn kleren beslissen dus zelf om me niet meer te staan!

Ik moet zeggen: Goele heeft een paar draken van foto's uit mijn archief gehaald en de na-foto's zijn wonderlijk goed gelukt.
Maar het zou oneerlijk zijn als ik nu zei: 'ja, zo kan ik het ook!'
Want dat is natuurlijk niet zo!

Goele werkt onder de naam Prismama en je kunt haar gewoon boeken. Haar blog met onder andere mijn voor- en na foto's vind je op http://atelierprismama.blogspot.com/p/voor-na-kleuradvies.html

Verder is ons Vale verliefd.
En ziet onze Wannes de relativiteit van rijk-zijn in. En vindt hij dat er toch iets te zeggen is voor strenge ouders die met je begaan zijn.

What a life!

maandag 3 oktober 2011

Comprende?

'Het is zeven uur. Waar zou ze uithangen?'
'Geen idee. Ik heb haar al een sms gestuurd. Bel jij nu even.'
'Ze neemt niet op.'
'Dju. Er zal toch niets gebeurd zijn?'
'Dat is wel vervelend. Het eten is intussen klaar. Flo, heb jij iets gehoord van Vale?'
'Niks.'
'Probeer nog eens te bellen.'
'Nog altijd niks.'

- geluid van de sleutel in de deur - 

'Daar zul je haar hebben! Jij zegt het hé. Hier is de woordenboek. En 'ongerust' is 'inquito' in het Spaans.'
'Oké. Oké.'

- Vale zet zich aan tafel -

'Waar heb jij gezeten?'
'Maar dat moet je niet vragen! Je moet zeggen dat we ongerust waren!'
'Oké. We waren ongerust. Inquito, weetjewel? En waar heb je eigenlijk gezeten?'
'No importa.'
'Ah. Oei. No importa dus. Euh... Schat?'
'Ja maar, we moeten niet weten waar je gezeten hebt. No oké om te sms-en mas tardes en er dan pas om zeven uur door te komen. Dat doen wij hier zo niet, hé meisje. No... euh... weetikveelwat. En als je zo laat bent, dan sms je om hoe laat. Oké. A zoveel horas.'

- Stilte -

Uren later bedenk ik dat wij het met Wannes en Flo toch anders aanpakken. Zo ongeveer:
'Waar heb jij gezeten?'
'Bij X, Y, Z.'
'En waarom heb je niets laten weten? Waarom denk je dat wij een gsm betalen?'
'Jaha. Volgende keer laat ik het weten.'
'Dat je het maar weet. Of ik kom je gewoon van school halen. Comprende?'

Je boos maken in een andere taal is allesbehalve simpel!

zondag 25 september 2011

Muy lachen!

Muy lekker.
Muy moe.
Muy moeilijk.
Over 'muy dood' hebben we een discussie. Je bent of dood of niet dood, maar heel dood kun je niet zijn. 'Dood' is gewoon de overtreffende trap van 'muy moe'.

Speculaas in elke vorm is muy lekker en we halen alles in huis om te proberen. Speculaaspasta (krokant en niet-krokant), speculaasjes van drie merken, speculaaspudding, speculaasijs, chocolade met speculaas, een dessertje waarin ik de macarons vervang door speculaas, Hollandse strooispeculaasjes met de geweldige naam 'Ik Wil Bolletje Schuddebuikjes'...
Ik sta versteld van wat er allemaal te koop is met speculoossmaak. En Vale lust het allemaal.

Er wordt tegenwoordig veel gelachen met Vale. Ze begint het Nederlands een beetje aan te voelen, knabbelt aan de randjes van de taal en heeft een paar standaarduitdrukkingen die ze regelmatig in onze conversaties gooit.

'Moeilijk gaat ook' bijvoorbeeld. Aanvankelijk was het een manier om Vale een beetje in gang te zetten - intussen gebruikt ze het zelf. Ze vond het zelfs goed dat ik een kadertje maakte met het spreekwoord in dikke rode letters. Voor op haar bureau.
'Dat kan je later in je kabinet hangen als je dokter bent', zeg ik.
Vale kijkt me aan en trekt een bedenkelijk gezicht.
'Paciente con cáncer,' zegt ze serieus. 'Moeilijk gaat ook.'
Ik begrijp meteen wat ze bedoelt en kom niet meer bij van het lachen.

De eeuwige 'no sé' is vervangen door 'kweenie' - een geweldig woord in Vale's mond - en over Belgische mannen zijn we het ook eens. Het is niet gemakkelijk om een 'guapo' te vinden die ook nog 'inteligente' is. Patrick - papa - is een uitzondering natuurlijk.
Lachen!
Volgens haar zijn er ook 'muy gay' in Antwerpen - veel meer dan in Chili.
'Guapo, inteligente y no gay,' zegt ze serieus. 'Muy moeilijk!'
Muy lachen, ja!

vrijdag 23 september 2011

Zes Chilenen en één Hondurees

Het werden zes Chilenen en één Hondurees aan onze keukentafel. Het waren stuk voor stuk brave, welopgevoede kinderen die dankjewel en alsjeblief zeiden en me vertelden dat het verschil tussen 'bord' en 'vork' echt wel moeilijk te horen was voor een Spaanstalige. Ze dansten de quecha in onze keuken; ze smeerden centimeters Nutella en speculaaspasta op brood dat bedoeld was om in olijfolie te doppen; ze liepen zonder jas in de gietende regen en vertelden dat het in Honduras zo warm was dat een beetje koud en nat nog altijd bijzonder welkom was; ze gingen uit naar de Cuba Bella in de Pieter Potstraat en liepen verloren in het terugkeren zodat het niet vier maar vijf uur 's ochtends werd voor ze in bed lagen; ze stonden verwonderlijk vroeg op, aten pistolets en sandwiches en vertrokken weer naar huis. Van mij mogen ze nog een keer terugkomen.

De quecha in de keuken

Honduras - Chili

Spaghetti!

vrijdag 16 september 2011

Feliz compleaños

Elke keer dat het woord 'verjaardag' werd uitgesproken de voorbije dagen, stak ze een vuist in de lucht, trok die in een overwinningsgebaar naar zich toe en zei: 'diecisiete.'
Zeventien werd ze dus, gisteren. We hadden de keuken versierd met felgekleurde ballonnen, er stonden zeventien zelfgebakken chocoladecakejes op tafel met evenveel kaarsjes, we schreven 'Gelukkige verjaardag, Vale' op de krijtmuur, het grote pak dat de vorige dag uit Chili was aangekomen stond op tafel en we zongen 'lang zal ze leven' toen ze de kaarsjes uitblies.

Het pak zat vol cadeautjes - truien, T-shirts, speldjes, mutsen (tot grote hilariteit want ze heeft gezworen om deze winter nooit een muts te dragen!), een tasje... De hele tafel lag vol. Ze nam cakejes mee naar school om te trakteren en kwam om vijf uur weer thuis met een cadeautje van haar klasgenoten: een T-shirt met 'I Love Antwerpen.'
 

Om zes uur kwam Flo thuis van haar klastweedaagse en waren er - je raadt het nooit - alweer pakjes! Van ons deze keer. Een vulpen mét tintenkiller van Flo (Vale had nog nooit met een pen geschreven en wou er wel eentje voor haar verjaardag), een hele warme trui en handschoenen, een enorme Kipling sleutelhanger, een doos snoep en boeken over Antwerpen, Brussel, Gent en Brugge in het Spaans.  

We namen honderd wafels mee naar de AFS receptie 's avonds. Daar had ik een hele namiddag aan staan bakken. Toch een beetje onderschat...
Mijn twee dochters stonden ongemanierd te giechelen toen Bert een speech gaf en vervolgens moesten de studenten zich nog een keer voorstellen:
'Ik ben Valentina, ik kom uit Chili en kweenie' zei ze.
Niemand daar snapte waarschijnlijk dat ze een grapje maakte, dus leg ik het hier even uit. We waren haar eeuwige 'no sé' al een tijdje beu en vertelden haar dat, als we een vraag stelden, we gewoon een antwoord verwachtten. Hoeveel boterhammen wil je? Zoveel en niét no sé. Wil je straks mee naar de supermarkt. Ja of neen en niét no sé. Ons pleidooi werd op een 'no sé' onthaald - ha ha! - dus zeiden we: 'en ALS je dan nog no sé gebruikt, zeg dan tenminste 'ik weet het niet'. In het Nederlands. Omdat ze dat te moeilijk vond, kortten we af naar 'kweenie'. 
De eerste ochtend was 'kweenie' nog wat moeilijk en kwam het eruit als 'kwitschkwatsch' - wat ons samen met de 'foef foto's' en de 'gelukkige viagra' weer een woord in het Grote Grappige Woordenboek opleverde, maar intussen is het ingeburgerd. Vale gebruikt het te pas en te onpas en moet er ontzettend om lachen. Wij ook.

Vandaag is het Chilidag. Er komen maar liefst vijf Chilenen spaghetti eten. Het kunnen er ook minder zijn. Of meer. Alle Chileense studenten die dit jaar in België zitten zakken af naar Antwerpen. De pot spaghettisaus staat klaar, samen met de rum, het bier, de wijn en de chips. Er blijven vier studenten slapen. Of twee of drie. Of vijf. En zondag gaat Vale 'iets doen voor de nationale feestdag'. Wat 'iets' is, weten we nog niet.
Als we het vragen, trekt ze haar schouders op en zegt: 'Chileno'. Daar moeten we toch nog eens een goed Nederlands woord voor vinden...


Ochtendlijk kaarsjes uitblazen

Een grote doos 'esnoep' 's avonds - zuurtjes!

Een stralende Vale met wafels op de receptie

donderdag 15 september 2011

Mijn dochter Flo

Ik heb het op deze plek nog niet vaak gehad over mijn dochter Flo. En dat is onterecht, want mijn dochter Flo is absoluut de moeite waard om een apart stuk aan te besteden.
Neem gisteren.
Ze komt 's middags thuis, eet pannenkoeken en zegt: 'Ik ga nu cakejes bakken voor Helena's verjaardag.'
Ik zeg: 'Ah. En waarom moet JIJ die cakejes weer bakken?'
Zij zegt: 'Iémand moet het doen.'

Er worden cakejes gebakken én versierd met marsepein zodat ze eruit zien als legblokken waarmee je de naam 'HELENA' kunt vormen. Mooi.

Ze gaat naar ballet waar ze haar nieuwe pointes krijgt. Thuis trekt ze die rare lichtroze balletkousen aan (die eruit zien als spataderkousen) en dan haar pointes. Ze doet rare dingen op de toppen van haar tenen en het ziet er allemaal nogal pijnlijk uit. Als ik daar iets van zeg, vindt ze dat ik nooit een keer positief kan zijn. Point taken.

Om halfacht komt Camerone binnen. Ze hebben drie topjes gekocht en drie grijs-geel-fluo onderbroekshortjes in de nieuwe Forever 21. Daarvoor hebben ze allebei serieus onder hun voeten gekregen omdat ze pas om zeven uur 's avonds boven water kwamen - maar dat is een ander verhaal.
Of ik stof heb? En scharen? En of ze efkes mijn bureau mogen gebruiken?
Er worden letters en hartjes geknipt. Ik vraag hoe ze dat op de topjes gaan krijgen.
'Naaien,' zegt Flo.
'Hoe?' vraag ik.
'Dat weet ik niet,' zegt Flo.
'Oké,' zeg ik terwijl ik mijn naaimachine bovenhaal.

Om negen uur gaat Camerone naar huis - na een telefoontje van haar mama. Om halfelf leg ik de hand aan het laatste topjes.
1x HELENA (hartje) C.F
2x WE (hartje) HELENA

Vandaag.
Om kwart voor zes sta ik te douchen. Flo komt de badkamer binnen om zes uur en zegt dat België gesplitst is. Het is nog te vroeg om over kieskringen te beginnen. Ze eet een pannenkoek en ik zeg haar dat ze in de toekomst het werk moet verdelen. Ik krijg forse tegenwind.
Ik pak cadeautjes in, doe cakejes in doosjes, maak sandwiches voor Flo, lees nog een keer de brief over de klasdagen waarop ze vandaag vertrekt, zie dat er een deel in een aparte rugzak moet, zoek een rugzak, maak sandwiches voor Valentina, rijd met Flo naar Camerone om kwart voor zeven, wacht een kwartier op Camerone die klaar zou staan, rijd in de richting waar Flo dénkt dat Helena woont...

'Welke straat is het?'
'Mama, dat wéét ik toch niet. Een zijstraat van de Haantjeslei. Je bent er ooit geweest.'
'Ik ben al op duizend plaatsen geweest. Welke straat is het?'
'Mama, ik zei toch dat ik het niet wist. Ik zal het wel zien als we er langs rijden.'

Plots is de stad heel groot. En de Haantjeslei is eenrichtingsverkeer geworden. Ik vloek en trek het me niet aan dat Camerone ook op de achterbank zit.

'Hier is het!'
'Welke kant? Links of rechts?'
'Links.'
'Als ik het me goed herinner was het rechts.'
'Links.'
'Whatever. Zorg ervoor dat jullie om 8 uur op school zijn, dames. Die bus wacht niet!'
Twee synchrone zuchten.

Ze stappen uit. Ik zie dat ze de fluo-onderbroeken over hun joggingbroeken hebben aangetrokken met daarop de oranje topjes. Ik hou mijn mond maar hoop dat er niemand buiten komt op dit vroeger uur. Ze staan besluiteloos rond te kijken en na vijf minuten rijd ik door.

Halverwege de Leien krijg ik telefoon van Camerone. Ze is haar zak in de koffer vergeten. Ik rijd nog een keer verloren in de eenrichtingsstraatjes en vind uiteindelijk de straat waarin Helena zou wonen terug. Ik bel naar Camerone en ze komt naar buiten uit een huis met een blauwe deur. Aan de rechterkant.
Als ik terug thuis ben, kan ik alleen maar denken: mijn dochter Flo. Ze lijkt wel érg hard op mij.

donderdag 8 september 2011

Tafelgesprekken

En op een ochtend lijkt hij onoverbrugbaar ver weg. Je voelt het over je kruipen, langs je voeten, je enkels, je kuiten en als je wakker wordt, drukt het op je borst en probeer je het weg te houden uit dat plekje waar de tranen zitten. De dag ervoor dacht je nog: 'Het is bijna half september. Wat gaat de tijd toch snel!' En ook: 'Als alles goed gaat, hoef je hem niet elke dag te horen.' 's Nachts had je nog op zijn Facebookpagina gekeken waar hij staat te lachen op het strand naast zijn gastbroer. 'Fantastisch strand', dacht je toen je de pagina weg klikte.
'Missen' is fysiek. Een gevoel dat pijn doet.

maandag 5 september 2011

Taal

Het moet geweldig zijn om op een continent te leven waar iedereen dezelfde taal spreekt - zo'n tweehonderd miljoen Brazilianen buiten beschouwing gelaten. Stel je voor: je reist een paar duizend kilometer, stapt uit het vliegtuig en vervolgens leg je de taxichauffeur haarfijn uit waar hij precies moet zijn. In je eigen taal. Op restaurant begrijp je het menu en kun je bovendien vragen om de aardappelen te vervangen door rijst. Mét de zekerheid dat je rijst zal krijgen en niet pakweg maïspap. En zelfs als je naar Brazilië reist, zit het er dik in dat je elkaar begrijpt. Gewoon onthouden dat een d aan het einde van een woord als dj wordt uitgesproken - bijzonder grappig als het om een i-podj gaat - en je bent al een eind op weg.

Alles verandert natuurlijk als je dat continent verlaat en de wereld verkent. Dat is al helemaal het geval als je in een land terecht komt waar zo ongeveer iedereen een andere taal lijkt te spreken. Van het internet leerde je dat ze hier Nederlands, Frans en een beetje Duits spreken, maar in realiteit - de straat - lijkt het wel of iederéén een andere taal spreekt. Nederlands en Frans, ja, maar ook Arabisch, Berbers, Engels, Russisch, Servo-Kroatisch, Slovaaks, Albanees, Grieks...Babylon is er niks tegen.

Komt de dag dat je Nederlands moet leren om met je familie en je vrienden te communiceren. Liefst hield je het gewoon bij Spaans, maar de mensen om je heen kijken net iets té verwachtingsvol uit naar die eerste woorden Nederlands uit jouw mond. Je vangt hier en daar al wat woorden op, maar het spreken blijft een uitdaging. Bovendien doen ze hier rare dingen met hun taal. In het Spaans worden twee l-en na elkaar uitgesproken als 'j' en plots blijkt die regel niet meer te gelden. Je huisgenoten schrijven 'willen' op het bord en spreken dat uit met een dikke l in het midden. Ze vertellen dat er in het Nederlands geen woorden bestaan met twee l-en aan het begin. En ze moeten lachen als je de naam van vriend Willem als Wijem uitspreekt. Een 'villa' blijkt plots geen straat maar een duur huis. En het duurt even voor ze uitgelegd krijgen wat 'via' dan wél betekent. België is niet Belgià maar wel iets met een rare diepe 'eu' aan het einde die je kort moet uitspreken. Net als Argentinië en Bolivië. Je roept een paar keer 'difficile' en zij zeggen: 'maar neen, facile!'
Uiteindelijk zeg je 'stoppe!' Dat hebben ze je geleerd voor als je hoofd te vol zit. En je speelt een spelletje Triviant met je zus. Met Google Translate op de computer natuurlijk.

zondag 4 september 2011

Queso

Valentina zag vandaag de kunstwerken van Edwin Würm in het Middelheimpark en ze vond er geen zak aan. Dat is haar volste recht natuurlijk. Wij waren ook niet onder de indruk.

Het is overigens een wonder dat Valentina met ons naar een tentoonstelling gaat. Dat moesten we met ons eigen gebroed niet proberen! Ik herinner me ook een bezoekje van mijn ouders aan Brugge met onze toenmalige AFS-student: Rob uit de US of A. Ik was er niet bij wegens zelf op uitwisseling, maar mijn moeder was blijkbaar zo gechoqueerd dat ze het verhaal jaren later nog vertelde telkens het woord AFS op de proppen kwam.

'Hij stond daar in het midden van Brugge, keek omhoog en zei: 'Ik snap echt niet wat jullie aan zo'n hoop ouwe stenen vinden. Dit is SO boring!''
Ik heb Rob jaren niet meer gehoord, maar ik vraag me af wat hij nu zou denken van zijn opmerking. Misschien bleef hij bij zijn standpunt en vindt hij ouwe stenen nog altijd maar niks. Of misschien werd hij uiteindelijk toch archeoloog. Wie zal het zeggen? Rob, als je dit leest, laat het me weten!

Ik wil graag eindigen met een grappig voorval.
Gisteren waren we bij vrienden met Valentina. Zij moesten naar een barbecue, maar hun zoon Cas bleef bij ons. Toen we Cas thuis hadden afgeleverd, zei Valentina: 'Waarom noemen ze dat jongetje in godsnaam queso?'
We hadden het niet meteen door.
'Queso dat is toch kaas?' merkte ze op. 'En dat jongetje heet toch 'kaas'?'
Slim, die Chilena van ons!

En nog eentje om het af te leren.
Nichtje Elena, 4, mijn petekind. Kort bezoekje om Valentina voor te stellen.
Ik wijs op Valentina en zeg: 'We vonden Wannes niet meer goed en hebben hem geruild voor Valentina.'
Nog nooit zo snel een gezichtje zien betrekken. Kostte even wat moeite om het recht te zetten.

vrijdag 2 september 2011

Maar ik wil de zaag niet zijn...

Mijn nieuwe post was gisteren al klaar maar ik wou hem voor alle zekerheid nog een keer nalezen. Hij had als titel 'maar ik wil de zaag niet zijn...' en ging over de taakverdeling tussen mannen en vrouwen. Ik hoor het u denken: een heikel onderwerp!
Toen ik hem vanmorgen nog een keer overlas, dacht ik: 'er is geen woord van gelogen, maar ik ben wél een zaag als ik dit publiceer.' Dus, beste lezer, u zult het vandaag zonder filosofische mijmeringen over relaties tussen de geslachten moeten doen!

Daartegenover staat dat onze Chileense gisteren een hele dag op school doorbracht en het nog leuk vond ook! 's Ochtends stond er een sympathieke klasgenote klaar om haar mee naar de klas te nemen. Ze kreeg vervolgens anatomie, maatschappijleer en iets met gezelschapsspelletjes dat ik niet helemaal begreep. De leerkracht had alles voor haar op het bord genoteerd zodat zij het kon kopiëren. Valentina stond er zelf van te kijken hoe veel ze begrepen had. Die mensen van Sint-Norbertus zijn overigens absolute engelen! Om het met Patrick te zeggen: 'Sint-Jan, Sint-Jan vooràn!' (dat is een verhaal waarover ik nu niet in detail ga, maar het volstaat om te zeggen dat Sint-Norbertus vroeger Sint-Jan was én 's mans school).
's Middags was ze buiten gaan eten met haar compañeros en als kers op de taart hadden ze haar voorgesteld aan een half-Chileense jongen op school die een mondje Spaans sprak.

Goh. Dit is op schooldag twee al véél meer dan we ons konden voorstellen! En - zoals ik al eerder zei - als Valentina gelukkig is, dan is ze ook echt gelukkig en spat het langs alle kanten van haar af. Bij weinig andere mensen zie je zo'n smile en zo'n schitterende oogjes.

En natuurlijk is ook fijn dat ik vandaag de zaag niet moet zijn!

donderdag 1 september 2011

De eerste schooldag

Eerste schooldagen liggen al een tijdje achter me. Niet dat 1 september plots van onze kalender geschrapt is, maar met grotere kinderen heb je er nog weinig werk aan. Geen zenuwen, alleen de mededeling dat ze morgen met vrienden naar school fietsen en of je er dus voor kunt zorgen dat de boterhammen op tijd klaar staan. Check. Check. Dag Flo. Doe voorzichtig! Tot straks.

Dat verandert helemaal met een Chileense dochter.

Valentina moet pas om tien uur op school zijn en wordt begeleid door Eli, een AFS-studente die ooit en Bolivia zat en dus Spaans spreekt. Om 8u15 hoor ik gestommel boven. Valentina verdwijnt in de badkamer en is daar voor haar doen lang bezig.
Ik zet me bij haar aan de ontbijttafel. Ze heeft de kleur van plattekaas en haar handen trillen. Haar schouders houdt ze in een beschermend gebaar naar voor gebogen. Ik vraag of ze bang is - miedo - en ze knikt van ja. Ik probeer haar gerust te stellen, maar dat is haast onmogelijk als je elkaars taal niet spreekt. Ik wrijf over haar bovenarmen, geef een knuffel, probeer wat rustgevende woorden uit het woordenboek te halen, maar het is duidelijk: dit meisje is zenuwachtiger dan een zesjarige op 'De Grote Dag'.

Eli is er om halftien en we fietsen samen naar school op de drukke Turnhoutsebaan. Het slalommen langs dubbel geparkeerde wagens irriteert me plots enorm en ik beslis om haar de volgende dagen langs een andere weg te nemen. Op school is het druk. Leerlingen staan tegen de muur geleund en kijken ons groepje na. Buurvrouw Miek, lerares in de school, neemt ons mee naar de speelplaats waar een paar mensen uit Valentina's klas staan. Ze zeggen: 'Allez, Chili. Amai.' en 'Een heel jaar?' maar daar blijft het nog even bij.

Valentina staat haast bewegingloos naast mij. Ik babbel met de klastitularis, Siege Verdickt, een supersympathieke dame die alles al geregeld heeft voor mijn Chilena. De lerares Frans die we kennen van een vorige ontmoeting komt enthousiast op ons toegelopen en geeft Valentina ei zo na een knuffel.
En dan is het tien uur en moet ik vertrekken. Valentina kijkt me verbaasd aan en zegt: 'Aqui? No?'
Ik schud mijn hoofd en lach. 'Ik niet aqui. Ik ga werken. En ik pik je op om 12 uur.'
Een knuffel, een bemoedigend klopje op de schouder. God, hoe lang geleden heb ik dàt nog bij mijn kinderen gedaan? Die zouden me overigens stande pede van de speelplaats jagen! Besmeurd met pek en veren!

Om 12 uur sta ik weer aan de school. Valentina steekt haar duim omhoog als ze me ziet. Alles is goed gelopen. De lerares is top en de andere leerlingen zijn wel oké.
Thuis eten we een broodje en ik zie haar langzaam maar zeker wegdeemsteren. Het scherm in haar brein wordt opgetrokken en na een tijdje is het duidelijk dat er niets meer doordringt.
'Siësta,' zegt ze.
En ik denk: 'Een siësta? Ja, daar ben ik eigenlijk wel aan toe...'



dinsdag 30 augustus 2011

De vervreemding

Weinig nieuws uit Brazilië en die ene keer dat het ons toch lukt om te Skypen, is de batterij van Wannes'  computer plat en valt hij na amper twintig minuten midden in een verhaal weg. We waren niet uitgepraat, maar verwachten geen onmiddellijk bericht meer. Zo gaat dat met Wannes.
Tot gisteren plots de Skypetelefoon op mijn computer gaat. 'Wannes belt' verschijnt er in het schermpje en ik haast me om op te nemen. Hij hangt in een zetel en achter hem schijnt de zon.
'Waar is papa?'
'Aan het werken.'
'Hoe kan dat nu?'
'Het is drie uur in de namiddag hier.'
Hij schiet in de lach. 'Ik ben hier elk besef van tijd aan het kwijt geraken,' vertelt hij. 'Vanmorgen had ik examen maar meteen daarna ben ik terug naar huis gekomen om te chillen. Op school was toch geen bal meer te doen.'
Hij vertelt honderduit over zijn leven in Sao Paulo. Over de voetbalmatch waar hij niet helemaal op zijn gemak was. Over zijn beste vriendin - een Duitse AFS-studente - die hij regelmatig gaat opzoeken na school. Over de belachelijk hoge prijzen voor alles. Over het leven op school. En heel kort over het feit dat het eventjes moeilijk was maar dat een goed gesprek met zijn counselor hem er weer bovenop heeft geholpen. Dat waren dus de twee weken dat we uitzonderlijk weinig van hem hoorden. Wannes lost duidelijk zijn problemen liefst zelf op.
Zijn broer Guigo komt de kamer binnen, maar wil zich niet voor de camera tonen. Wannes praat in snel Portugees met hem en ik sta verbaasd over de snelheid waarmee hij die nieuwe taal blijkbaar aan het leren is.

Beneden hoor ik een sleutel in het slot draaien. Valentina komt thuis met Scarlett, een sympathieke Chileense die in Brussel woont en waar ze twee dagen mocht logeren. Onze Chileense is een en al giechels en grapjes. Het bezoekje heeft haar duidelijk goed gedaan.
Even later zitten Valentina en ik samen voor de computer en praten we met Wannes. Hij spreekt een mix van Portugees en Spaans (zijn broer speelt corrector op een onzichtbare achtergrond) en - geloof het of niet - Valentina en hij begrijpen elkaar! Ik zit tussen mijn twee AFS-kinderen, versta meestal niets van wat ze elkaar vertellen, maar geniet met volle teugen. Ze lachen, fronsen hun wenkbrauwen, maken gebaren met hun handen. Wannes geeft goede raad. Valentina stelt vragen. Tenminste, dat is wat ik er uit kan opmaken...
Het is moeilijk om in woorden uit te drukken wat er op dat moment gebeurt. Het is de vervreemding ten top en toch is het ook wonderlijk mooi.

maandag 29 augustus 2011

De kracht van krokante empanadas

Vergeet mijn vorige post want vandaag ziet de wereld er weer helemaal anders uit...
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: Valentina bestaat uit twee mensen. Eentje die als een ingezakte pudding de wereld apathisch gadeslaat. En eentje die met stralende ogen geen twee minuten haar mond houdt en constant in een lachstuip ligt. Ik denk dat die laatste de échte Valentina is, maar dat ze nog wat moeite heeft om naar buiten te komen.

Het weekend was druk voor onze Chilena.
Op vrijdag aan tafel met vier journalisten die elkaar lang niet gezien hadden en dus even grondig moesten roddelen. Valentina sloeg zich dapper door de avond en probeerde af en toe ook haar bijdrage te leveren aan het gesprek. We waren aangenaam verrast.
Op zaterdag voor het eerst alleen thuis met Flo. Ze kookten samen, aten samen en keken samen naar Harry Potter. Voor zo ver we begrepen verliep alles prima.

En toen kwam zondag. De tafel was gedekt, de broodjes stonden klaar, maar Valentina sliep nog. Patrick en ik hadden haar de vorige dagen laten liggen vanuit de redenering: 'ze zal nog wel héél moe zijn...' Vaak kwam ze pas rond één uur naar beneden.
Flo, een stuk minder soft als haar ouders, zei: 'Als jullie er zo veel eieren gaan onder leggen, gaat ze nooit gewoon geraken aan het ritme hier. Ik heb honger dus ik ga haar wakker maken zodat we kunnen eten.' Tien minuten later zat Valentina mee aan tafel, met kleine ogen weliswaar.
's Namiddags ging ze met Flo, opa en een nichtje naar de musical We Will Rock You in de stadsschouwburg. We hebben geen flauw idee of ze besefte dat die tickets bijzonder waren, maar ze vond het leuk.
Thuis mocht ze empanadas bakken met mij als haar assistent. Nu heb ik altijd geweten dat koken  therapeutische kracht heeft, maar dat het zo sterk kon zijn... Valentina ging helemaal op in het proces. Ze toonde me hoe je in Chili uien snipperde, wou het recept uit het door haar meegebrachte kookboek vooral niet volgen en ging zelf op zoek naar komijn en bloemsuiker en bakpoeder in onze keukenkasten. Ik stond naast haar en hielp een beetje. Ze nam foto's, babbelde honderduit in het Spaans en liep met haar armen te zwaaien, tikte mij op de vingers als ik iets verkeerd deed... en het was vooral duidelijk dat ze er lol in had.
De empanadas kwamen krokant uit de oven en dat was duidelijk niet de bedoeling. Ik legde haar uit dat we waarschijnlijk veel te veel boter in het deeg hadden gedaan - het recept was een beetje ingewikkeld op dat vlak - en ze zei dat ze volgende keer het recept van haar grootmoeder zou gebruiken. Ze schreef empanadas crocante op onze krijtmuur, er werden foto's genomen en ze bleef maar lachen en vertellen. Glanzende ogen, een spraakwaterval.
Uiteindelijk zat ik tot elf uur 's avonds met haar aan tafel. Ze had eerder die dag gevraagd of ze naar een vriendin van haar mama in Brussel mocht gaan en er blijven slapen en toen we toestemming gaven, sprong ze een gat in de lucht. Ik legde uit hoe ze de trein moest nemen. Er werd een oude gsm gezocht met een telefoonkaart zodat ze ons altijd kon bereiken. Ik zocht foto's van het station op internet en probeerde haar uit te leggen waar ze precies moest zijn. Ze probeerde met een vulpen te schrijven en vond het vrij middeleeuws dat wij die nog gebruikten. Ze viel bijna van haar stoel toen ze zag hoe ik het nummer '4' schreef.

Dan volgt een kleine discussie...

Ik: 'Valentina. Op 1 september is het Skypen gedaan. Dat weet je hé.'
Diepe zucht aan de overkant. Dan een glinstering in haar ogen.
'Maar 1 september is de eerste schooldag! Dan moet ik toch even kunnen Skypen, niet? Zo streng kan je toch niet zijn...' (in het Spaans, maar ik had elk woord begrepen).
Ik schiet in de lach door haar ontwapenend betoog.
'Oké. Op de eerste schooldag mag het. En vrijdag ook omdat je dan een hele dag school hebt... En in het weekend. Maar op maandag: finito!'
'Oké, oké, oké.' Weer een glinstering in haar ogen en een ondeugend lachje.
'Skype in week. Nee!' (ter info: deze zin spreekt ze uit zoals hij hier staat. Mét Nederlands!)
'Skype in weekend. Ja?' (ter info: idem)
'Dat heb je goed begrepen, ja.'
'Facebook in week? Oké?' Glinster, glinster, lach, lach.
Ik kan niet anders dan toegeven. 'Facebook oké in week.'
Er volgen een paar radde Spaanse zinnen die ik als volgt begrijp: 'Jij en Patrick en Flo Facebooken tenslotte ook en dan kan je mij toch niet verbieden om te Facebooken...'
Dan:
Valentina: 'Géén Skype in week?' (Spaans)
Ik: 'Geen Skype in week.'
Valentina: 'Facebook oké in week?'
Ik: 'Facebook oké.'
Ik zie te veel glinstering en lach en ik zeg: 'Als ik merk dat je Skypet in de week, trek ik het apparaatje van het internet uit. Dan is er niks meer. Ook geen Facebook.'
Ik moet de zin niet herhalen in mijn Jommekesspaans. Ze heeft hem begrepen en is heel verontwaardigd.
'Geen internet! Oh no! Dan ik muerte!'
Ik schiet weer in de lach. 'Dat hangt volledig van jou af hé, chica.'

Zo ging het nog uren verder...
Toen mijn hersenen oververhit en moe geraakten en ik besliste om te gaan slapen, zei ik: 'we gaan nog spijt krijgen dat we jou ooit Nederlands leerden want volgens mij hebben wij hier dan geen twee minuten rust meer...'
'December!' antwoordt ze, intussen het standaardantwoord als we haar vragen of ze ooit Nederlands gaat praten of als we iets niet goed begrijpen en vragen om het uit te leggen. Meestal gooien wij er dan iets tegenaan waar Sinterklaas in voorkomt. Maar dat is voor een later verhaal.
Ik denk dat december niet meer ver weg is... Een moment om naar uit te kijken.

zaterdag 27 augustus 2011

Keep calm and carry on

'Ik wist dat je veel werk had, maar dat het zo erg was...' Ik volg buurmans blik langs de felroze en felgele post-its die onze keuken sieren. TAFEL. STOEL. KOELKAST = FRIGO. LAMP. KAT (met een pijltje naar het kattenluik). Het lijkt inderdaad of ik aan een vorm van verregaande dementie lijd en moeite heb om de gewone huis-, tuin- en keukendingen te onthouden.
De post-its zijn voor Valentina. Ik ben met haar door de kamers gewandeld, zij wees dingen aan en ik schreef de namen op. Ons huis heeft nu iets van een prentenboek voor kleuters met op elke pagina één tekening en één woord.

In de namiddag neem ik Valentina mee naar de stad voor een Buzzy Pass, een bibliotheekabonnement (inclusief gratis zwembeurt, bioscoop - én museumticket!) en een bezoekje aan de Chinese supermarkt. We eten een broodje en ik doe boodschappen met Valentina in mijn kielzog. Ze sjokt een beetje achter me aan en zegt niet veel. Ik probeer de conversatie gaande te houden, maar het verwondert me dat ze zelf zo weinig vraagt over wat ze ziet onderweg.
Omdat we haar boekenlijst voor school vergeten zijn, springen we binnen bij het secretariaat van Sint-Norbertus. Bij het binnenkomen zie ik meteen dat Patrick geen spatje overdreef met zijn beschrijving. Wat een donker hol! Maar de mevrouw achter de balie maakt meteen alles goed. Ze stelt zich voor als de lerares Frans en geeft Valentina nog net geen knuffel. Natuurlijk verontschuldigt ze zich omdat ze geen Spaans kent - duidelijk een ingebakken Vlaamse gewoonte - en legt dan met handen en voeten aan onze gastdochter uit hoe blij ze zijn om haar dit jaar op school te hebben. En dat ze een neef heeft - ene Thierry - die momenteel in Rio de Janeiro zit met AFS. De leraar wetenschappen zwaait ook even vanachter zijn bureau, met de verontschuldiging dat hij geen Spaans spreekt.
Ik sta paf van zoveel vriendelijkheid want zoiets heb ik op de school van mijn kinderen nog niet meegemaakt, maar mijn hart krimpt een beetje in elkaar als ik naar Valentina kijk. Ze staat ongeïnteresseerd tegen de balie geleund en bekijkt alles met de nodige scepsis. Tenminste, dat is mijn interpretatie van haar houding op dat moment.
We wandelen verder naar de boekenwinkel en halen alles boeken op die ze dit jaar nodig heeft. Valentina zucht als ze de dikke cursus Nederlands en de drie boeken Engels bekijkt. Ze bladert snel even door het wiskundeboek en weet me op de tram al te vertellen dat 'matématicé mas difficile' is in België.
Als we thuis komen, gaat ze meteen naar haar kamer en hoor ik haar Spaans spreken. 'Daar gaan we weer,' denk ik. 'Skypen met de mama in Chili.' Patrick komt thuis en vraagt of ze mee naar de supermarkt wil. Ze knikt ja en trekt haar schoenen aan.

Een uur later zit Valentina op haar kamer en zijn wij aan het koken voor de gasten die later komen. Patrick vertelt over de apathie van Valentina in de supermarkt, ik vertel over de desinteresse op school. We vragen ons af of we het wel goed doen. Wat is er aan de hand met Valentina en kunnen wij daar wel mee leven? Begrijpen we haar verkeerd? Is ze hier wel graag? Waarom zegt ze nooit een keertje dankjewel? Waarom stelt ze ons geen enkele vraag en moet elk initiatief van ons komen? Als ze geen interesse heeft in de dingen rond haar, waarom is ze dan naar hier gekomen? En dat uren Skypen met haar Chileense familie, wat moeten we daarmee doen?
Het zijn eerlijke vragen waarop we niet meteen een antwoord hebben. Patrick werpt op dat onze gastdochter misschien gewoon nog in shock is en dat we het allemaal tijd moeten geven. We komen er niet meteen uit.

De vrienden van de avond arriveren. Eva heeft een jaar in Zweden gezeten als uitwisselingsstudent en als ze de post-its ziet, zegt ze meteen: 'Zo heb ik Zweeds geleerd.'
Ze vertelt ons hoe het voelt om terecht te komen in een cultuur waar je geen woord begrijpt. Hoe ze soms een scherm optrok om het allemaal niet meer te moeten horen. Hoe haar brein soms helemaal blanco werd en gewoon niet meer functioneerde. Als we hen vertellen wat we eerder die avond met elkaar besproken hebben, zegt Freek die in zijn jeugd ook vaak alleen naar het buitenland moest voor sportwedstrijden: 'Volgens mij is dat kind gewoon nog in shock. Al die geuren, die indrukken, die smaken, die geluiden, die taal... Geen wonder dat ze wat apathisch is.'
Valentina komt bij ons zitten en het wordt gezellig. Het lijkt wel of ze iets van onze twijfels gevoeld heeft, want als we haar betrekken bij het gesprek, doet ze geanimeerd mee. Rond elf uur vraagt ze of ze naar boven mag om met haar mama te Skypen - een hele vooruitgang in vergelijking met de vorige dagen waarop ze zonder iets te zeggen verdween.

Tijdens de afwas merken we allebei op dat Valentina die avond toch een klein stukje van zichzelf heeft blootgegeven en we denken na over wat Eva vertelde over niets begrijpen van de taal rond je. We zijn allebei een stuk optimistischer. Plots staat ze terug in de keuken - het is intussen één uur 's nachts - en komt ze bij ons zitten. Ze vertelt dat ze gepraat heeft met haar zusje en nichtjes en dat ze eigenlijk helemaal niet van kleine kinderen houdt. Ze vindt ze vervelend. En er komen nog verhalen. We zitten in een cirkeltje bij elkaar en er wordt gelachen en verteld. Als we om twee uur zeggen dat het echt wel tijd is om te gaan slapen - 'fiesta finito in Jommekesspaans - moet ze lachen. Onze feestjes zijn wel héél vroeg gedaan in haar ogen. We krijgen allebei een kus en een knuffel en voor ze de deur uitgaat zegt ze 'slaapwel'. In het Nederlands, jawel.
Alles wat we eerder die dag besproken hebben, lijkt plots ver weg. We beseffen wat een rollercoaster van emoties de voorbije week was - voor Valentina én voor ons. En we spreken af dat we in de toekomst voorzichtiger zullen zijn met snelle conclusies. Vier dagen is ze hier en kijk hoe ver we al gekomen zijn. Als je beseft hoeveel energie het kost langs onze kant, is het haast niet te becijferen wat zij moet investeren.
Eén stap per dag. Niet meer. En dat volgens de spreuk die naast onze voordeur hangt: 'Keep calm and carry on.'

woensdag 24 augustus 2011

Brazilië - België

'Hahaha! Giere! Ik volg salsalessen. Ge ziet het wel nog op mijn blog.'
Eén lijn op facebook - typisch Wannes. We weten dat hij danst, we weten dat hij moest lachen met ons Valentinaverhaal en we weten dat hij van plan is ooit nog eens iets op zijn blog te zetten. Af en toe verschijnt er een foto van Wannes op facebook - zonder uitzondering naast een meisje dat net zo goed op de cover van Ché had kunnen staan.
Ik besef voor het eerst in mijn leven wat 'geen nieuws, goed nieuws' betekent. En omdat hij het zo goed heeft, heb ik geen behoefte om me te mengen in zijn nieuwe leven daar.

'.........'
Ik zou het neerschrijven als ik het begrepen had, maar helaas...
Middernacht. Patrick en ik liggen in bed. Boven ons wordt de Spaanse burgeroorlog uitgevochten - tenminste, zo klinkt het toch. Als ik naar boven ga en Valentina vraag om het een beetje zachter te doen, zegt ze verontwaardigd: 'Maar kijk dan toch! Heel mijn familie zit op Skype. Mijn mama en mijn zusje en mijn tante en mijn nonkel en de tante van de buurvrouw en nog een andere tante van een verre vriend en mijn oma en de oma van mijn oma...'
Dat begrijp ik tenminste uit een blik op haar overvolle scherm en haar heftige handgebaren. Ik schiet in de lach en laat haar maar begaan. Het zal wel minderen als ze overdag geen siësta meer kan doen... denk ik. Hopen we.

Het huis hangt intussen vol post-its. KAST. OVEN. ZETEL. LAMP.
Ze kent al twintig woordjes die we geoefend hebben tijdens de lunch maar jongen en meisje zijn te moeilijk vindt ze. Die wil ze dus niet gebruiken. Net als alstublieft.
Vandaag werd ze ingeschreven op school. Voor de communistische atheïst die ze beweert te zijn, was het schrikken toen ze alle kruisbeelden en portretten van pastoors zag in Sint-Norbertus / Sint-Jan. Ze moest er zowaar even van op bed gaan liggen toen ze thuis kwam. Als we haar uitleggen dat het allemaal nog wel zal meevallen, trekt ze een bedenkelijk gezicht. Godsdienst is absoluut niet haar ding!
We kunnen het niet laten en halen Sinterklaas erbij. Als we vertellen dat hij met zijn wit paard en zijn helper 'Pedro Nero' over de daken loopt om speelgoed door de schouwen te gooien, ligt ze dubbel van het lachen. Dat wordt dus gegarandeerd de zak dit jaar voor Valentina, maar ze is niet onder de indruk.
Intussen heeft ze haar paarse bloesje vervangen door een rood met witte T-shirt en is ze samen met Patrick naar de Bosuil gefietst. Hoe veel verder kan integratie gaan? Het RAFC clublied kregen we haar zo snel niet geleerd, maar tegen volgende maand is ook dàt in orde!

maandag 22 augustus 2011

Toen waren ze weer met vier...

Valentina. Zestien, bang en ook wel dapper.
We dachten haar al een beetje te kennen, maar ze ziet er anders uit dan op de foto's.We krijgen er ook voor het eerst geluid bij en dat is lager en dieper dan ik had verwacht. Ze is wat onzeker, aftastend, maar dat verandert meteen als ze Spaans kan spreken met een paar Vlaamse AFS-studenten die in Latijns-Amerika zaten. Dan is ze zelfzeker, een beetje uitdagend zelf. En dan lacht ze veel.
Ze spreekt dus zo goed als geen Engels en wij spreken alleen Jommekesspaans. In de eerste uren thuis wordt er gewapperd met armen en handen, koortsig door woordenboeken gebladerd, gewezen en getoond, in haren gekrabd, gezucht, gelachen.
's Ochtends beseffen we hoeveel er nog moet uitgelegd worden. Praktische zaken die plots veel emoties verbergen. Hebben wij huisregels? En hoe leggen we ze uit? Hoe spreek je dingen af waar iedereen zich goed bij voelt? In welke mate passen wij ons aan? Hoe voorzichtig moeten we zijn? En hoe streng? De eerste Grote Vraag: hoe en hoe vaak wordt er gecommuniceerd met Chili?
Het is wat we verwacht hadden en ook weer helemaal niet. Ik kan alleen maar nieuwsgierig zijn naar het vervolg.

zaterdag 20 augustus 2011

Intussen in Brazilië

Misschien leest u de blog van Wannes ook. Als u dat niet doet, raad ik aan het een keer te proberen http://wannesinbrazilie.blogspot.com/. Geestig. Goed geschreven ook.
Af en toe Skypen we, zoals vanavond. Wannes in een blauwe trui onder een Jezusbeeldje. Hij was net zijn bed aan het opmaken. Tiens... Waar heeft hij dàt geleerd? We zien ook dat zijn kamer niet breed is en dat het bed van zijn jongste broer op amper anderhalve meter van het zijne staat. Tiens... Voor iemand die zo op zijn privacy gesteld is thuis, lijkt hij er daar weinig problemen mee te hebben. Een mens verandert als hij in Brazilië zit - zoveel is zeker.
Hij vertelt luid lachend over alles wat hem overkomt. Over de lerares Engels die geen Engels spreekt. Over leraars die hem iets uitleggen in het Portugees, vragen of hij het begrepen heeft en bij een negatief antwoord precies hetzelfde herhalen. In het Portugees. Over de lessen Spaans waar gasten die al negen jaar les in die taal krijgen de eenvoudigste vraag niet begrijpen. Over oudere dames die op hem afstappen om even te laten weten wat een knappe jongen hij is. Over zijn oudste broer die constant wordt aangesproken door modellenjagers en daar 'helemaal para' van wordt. Over feestjes waar je omgerekend veertig euro inkom moet betalen. Over zijn paspoort dat nog lang niet in orde is. Over het zwembad op het terras van zijn grootouders op de negende etage van een appartementsgebouw.
Het is wel plezierig - die gesprekken - want Wannes is een goeie verteller. Vroeger kon hij een film zo navertellen dat de lachtranen over mijn gezicht liepen. Als ik de film dan uiteindelijk zag, was ik meestal teleurgesteld. Het verhaal van Wannes was àltijd beter dan de film!
Hij maakt het dus prima daar in Sao Paulo! Benieuwd of Valentina ook zo opgewekt naar huis zal bellen...

maandag 15 augustus 2011

Koh Chang and I

Soi Dao staat tegenover Koh Chang als pakweg Binkom tegenover Turnhout. In Soi Dao waren we echte farangs en lachten de mensen zich krom met onze rare strapatsen. Hier roepen ze 'Mooi kijken, lekker ding!' als ze op olifantentrekking een foto van je nemen. In het Nederlands, ja.
Stel je een eiland voor waar minstens de helft van de mensen die je tegenkomt uit 'het Westen' komt en vermenigvuldig de prijzen met drie. Op zich is dat niet erg. Het is nog altijd bijzonder mooi en de Thai blijven vriendelijk, maar niet zoals in het binnenland. Ik zie ons nog op de markt staan in dat dorpje. De enige vrouw die blijkbaar wat Engels kende, liet haar werk in de steek, liep met ons tussen de kraampjes en onderhandelde over de prijzen van het fruit... Toen ze ons een volgende keer zag, vroeg ze meteen hoe ze kon helpen. Dat zie ik op Koh Chang niet meteen gebeuren.
En toch wil ik allerminst klagen over ons verblijf op dit eiland! Er was veel te doen en te zien en we hebben ons geweldig geamuseerd. De jungletrekking met Tan was waarschijnlijk het meest authentieke. Hij nam ons mee door de jungle langs een paadje dat alleen hij gebruikte, gaf uitleg bij diverse bomen en planten, vertelde ons wat over het Thaise leven in het algemeen... Tan had een paar jaar in Australië gewoond. Toen ik hem vroeg: 'Australians are tough people compared to Thai, no?' antwoordde hij: 'Oh, but don't be mistaken. Thai people are gentle on the outside but very strong on the inside.' Dat kan ik me helemaal voorstellen.
Het was mooi en nu volgt nog een lange vlucht naar huis. De voorbije twee weken heb ik ontdekt dat ik toch vooral reis om mensen te leren kennen. Ik ben dus dankbaar dat de reis nog niet helemaal ten einde is... want maandag halen we onze kersverse dochter uit Chili op!

woensdag 10 augustus 2011

The jungle and I


Niemand had ons verteld dat er bloedzuigers zaten. Anders hadden we wel wat anders aangetrokken dan bermuda’s of een wijde, witte linnen broek.
De tocht begon nochtans goed. De tuk-tukchauffeur zette ons af bij de ingang van het National Park en we spraken af dat we hem zouden bellen bij terugkomst. Betalen hoefde pas bij terugkeer.
Het begon met een wandeling langs een verhard, breed pad. De geluiden en het omringende groen waren in alle aspecten jungle-achtig, maar het pad was - te - gemakkelijk. Een Thaïse familie snorde ons voorbij in hun pick-up en vroeg of de farang geen lift wilden naar boven. We sloegen hun aanbod lachend af, ze zwaaiden vrolijk tot ziens en reden door in een stinkende dieselwolk. Jungle? Jungle!

Op de eerste ‘statie’ (er waren er zestien in totaal maar we wisten dat we nooit helemaal boven zouden geraken) – daar waar het verharde pad eindigde – waren de Thai uitgestapt en speelden de kinderen vrolijk in het water. Maar dat was niets voor ons natuurlijk! Wij zouden tot statie 9 klimmen en daar aan écht watervalzwemmen doen…
Het kleine, onverharde pad was ongeveer driehonderd meter gemakkelijk begaanbaar maar vanaf dan was het klimmen. De jungle omsloot ons nu totaal. Groen rechts, groen links en groen boven ons. Onder onze voeten bruine modder en glibberige keien. Overal rond ons het gezoem, gekraak, geritsel en gekwetter van alles wat in de jungle leeft. Vooral insecten dus. Flo was de eerste die een wormpje opmerkte en de rest van de jungle was ook meteen op de hoogte. Ze gilde de boel bij elkaar, wormpje werd uit de schoen gehaald en we klauterden verder. Ik merkte op dat ze toch beter bottinnes had gedragen in plaats van haar leren laarsjes en stiekem was ik blij dat ik een lange broek had aangetrokken.

De volgende gil was voor een web dat een spin over het pad gespannen had, een enorm beest overigens. Of het leek enorm, daar in de jungle. Het zag er vooral vervaarlijk uit door de lange en stevige voor- en achterpoten - een beetje als een Japanse krijger in volle uitrusting. De jungle was gewaarschuwd: Flo had letterlijk een spin tegen het lijf gelopen. Vanaf dan liep Patrick vooraan, zwaaiend met een stok om eventuele aanvallers af te weren.

Het pad werd alsmaar moeilijker beklauterbaar. Eén keer liepen we zelfs verkeerd en duurde het een tijdje voor we onze weg weer terugvonden. Hoe hoger we kwamen, hoe woester de waterval zich naar beneden stortte en ik vroeg me af hoe we dààr ooit in zouden zwemmen. Flo had intussen al een paar wormpjes gillend van zich afgeschud – zij was trouwens degene die wist dat het bloedzuigers waren, ook al had ze er nog nooit een persoonlijk ontmoet. Tot vandaag dan.

Ter hoogte van statie 6 ging ik stevig onderuit op de rotsen. Wat later zag ik hoe mijn witte linnen broek rood kleurde ter hoogte van mijn knieën. Schaafwonde, dacht ik. Opgelopen bij het vallen.
We klommen nog hoger terwijl intussen het dagelijkse onweer boven de bergen losbarstte. Ergens tussen statie 7 en 8 – hangend aan een touw op een redelijk steile en ontzettend glibberige rots – verloor ik het. Mijn lijf riep gewoon: ‘neen!’ en huilend en vloekend gaf ik het op. Mét schuldgevoel, want Flo en Patrick waren nog niet aan het einde van hun Latijn en wilden absoluut een nummer 9 bereiken… Het pad leende zich helaas niet om rustig te wachten, dus beslisten ze om met me mee naar beneden te gaan. Er werden woorden als ‘team’ en ‘samen’ en ‘in de steek laten’ gebruikt en wat later gleed ik op handen en voeten naar beneden. Toen ik weer kon staan, zag ik dat mijn broek nu wat hoger op mijn been rood kleurde. Een zich verplaatsende schaafwonde? Dat had ik nog nooit gezien! Dus deed ik daar, met mijn ene voet op halfzeven en de andere ergens tussen drie en vier, mijn broek een eindje naar beneden en zag ik dat een bloedzuiger stevig wat schade had aangericht. Hij zat op ongeveer tien centimeter onder mijn lies en genoot met volle teugen van het vat bloed dat hij op zijn weg was tegengekomen. Ik flikte het ding weg, te moe en te moedeloos om te gillen, en zette de weg naar beneden verder. De regen had het pad intussen herschapen in een klein riviertje. Patrick en Flo zeiden iets als ‘gelukkig dat we niet gaan zwemmen zijn, want…’ maar het klonk niet helemaal oprecht, zeker niet als je Flo’s teleurgestelde mond erbij zag. Ze zou nog wel even zwemmen aan statie één…

We liepen van het onverharde, steile weggetje de grotere weg op aan de eerste halte en werden in luid Thais begroet door onze tuk-tukchauffeur die ons 's ochtends gebracht had. Het regende overigens nog altijd flink. Mister IT - één van de managers op de compound - was zo ongerust geworden omdat we nog niet terugwaren, dat hij een chauffeur op onderzoek had gestuurd. Toen die ons niet op de verharde weg vond, was hij blijven wachten aan het paadje dat naar boven liep. Blijkbaar is geen enkele Thai zo gek om het te beklimmen in dit seizoen. Zij weten het waarschijnlijk van de modder en de gladheid en het water dat eigenlijk te gezwollen is om te zwemmen. En van de bloedzuigers.
Voor zo ver ik Thai begrijp, vond de tuk-tukchauffeur het bloed op mijn broek indrukwekkend. Ik stampte met mijn voeten en er viel een wormpje of vier, vijf op de grond wat hem in veel oooooh’s en aaaaah’s deed uitbarsten en ook wel in gelach en tssss tssss geluidjes. Hij reed ons de laatste tweeënhalve kilometer naar de ingang van het park – ‘toch wel ver’ en ‘ik hoop dat die tuk-tuk hier seffens niet omslaat’ – en dan naar de markt waar ik ontsmettingmiddel zou kopen. De verenigde chauffeurs van Soi Dao verzamelden zich rond de tuk-tuk om die farangs te bekijken die zo gek waren geweest om de watervallen te beklimmen. Een dikke, opgeblazen bloedzuiger op de bodem van de tuk-tuk zorgde voor hilariteit. Onze chauffeur kwam niet meer bij van het lachen, anderen vonden vooral dat we onze kleren moesten uitdoen en checken of er nog van die beesten zaten. Drie doornatte blanken, vol bloedzuigers en een linnen broek met rode plekken… het dorp had meteen gespreksstof voor de volgende paar maanden.

Thuis bleek dat niet alleen ik, maar iedereen een familie bloedzuigers uitgebreid op restaurant had laten gaan. Bij Patrick hielden ze het bij zijn onderbenen – waarschijnlijk omdat de haartje te moeilijk waren om door te kruipen. Flo had ze tot in haar lies. Grote, rode plekken waar de beesten flink hadden huisgehouden. Ik had er ook nog op verschillende plaatsen op mijn benen. Het bloed stroomde verrassend hard uit sommige gaatjes. Blijkbaar spuiten ze een soort antistolmiddel in zodat ze gemakkelijker kunnen zuigen. Als ze hun werk niet kunnen afmaken, blijf je een tijdje bloeden.
U bent dus gewaarschuwd, beste lezer. Als u de watervallen in Soi Dao beklimt, draag een stevige, lange broek en stop ze in uw sokken! Tenzij u ook graag eens een bloedzuiger laat meeliften natuurlijk. Pijn doet het niet echt en het levert nadien een geweldig verhaal op.

Door de regenbui - iets minder indrukwekkend. Maar zo ziet een witte broek er dus uit na een tocht door de jungle...

Het waren écht wel 'wilde watervallen' in Soi Dao!

zondag 7 augustus 2011

The Ching and I


Thailand. Ik was niet meteen overtuigd. Dacht meteen aan pingpongballetjes. Aan enorme all-in resorts met dikke Duitsers die op kleine jongetjes aasden. Aan ladyboys. Aan sleeziness.
Toegegeven, Bangkok was druk, warm en vol verwonderlijke geuren – de ene al prettiger dan de andere. Op straat wilden verkopers Patrick absoluut een maatpak aansmeren – iets wat ik eigenlijk niet eens zo’n slecht idee vond – en je kon geen tuk-tuk voorbij wandelen of de chauffeur wou je wel ergens naartoe brengen. We zagen bedelaars in rolstoelen of zelfs gewoon liggend op straat omdat ze geen voeten hadden en dus waarschijnlijk geen geld voor een rolstoel. Jonge moeders die hun kleine kinderen op de stoep te slapen legden ’s nachts. Honden waarvan je de ribben door hun schurftige vacht kon tellen. Maar ook verbazend veel jonge, mooi geklede mensen die zich naar de sneltrein boven de stad haastten, onderweg nog wat gebakken kippenlevertjes en een gefrituurd sateetje kopend.
We namen een boot langs de kanalen waar het bruine water af en toe naar een open riool stonk (wat het waarschijnlijk ook was), maar waar het wel vol leven zat. Honderden catfish (die je mocht voeren met eten dat je van een vrouwtje op een steiger kocht – in Thailand is alles tenslotte een beetje business), reptielen – noch krokodil, noch varaan en voor ons spannend onbekend, tientallen sierlijke witte vogels met hun ranke poten in het ondiepe water, veldjes met waterlelies en orchideeën…
Aan de rand woonden de mensen in huizen die vaak niet meer waren dan een paar ijzeren golfplaten. De was hing buiten naast de voorraad potten, pannen en ander huisgerief. Overal stonden planten en bloemen voor de onbestaande ramen. De bewoners zaten gehurkt voor hun huis en als wij voorbij voeren, lachten en zwaaiden ze opgewekt. Naast een vervallen krot kon een mooi huis staan met een pront terrasje aan de waterkant waar een boot lag aangemeerd. Het voelde vreemd, die twee werelden.
En dan was er nog de tuk-tuk man die ons na een ritje bleef volgen. Hij wou geen geld; hij vond Patrick alleen maar ‘cool’… Woessies die we zijn, gaven we uiteindelijk toe en mocht hij ons naar onze volgende bestemming brengen. We stonden ongeveer een half uur voor het rode licht en toen we onze chauffeur eindelijk vroegen wat er aan de hand was, zei hij: ‘The Ching!’ Valt jouw frank meteen? Goed zo! Wij hadden een briefje met de afbeelding van The Ching nodig om te weten dat hij het over koning Bumibol had, samen met zijn vrouw zo’n beetje een heilige in dit land. Lachen met The Ching is absoluut verboden. Dan volgt onherroepelijk ‘Like a weusjin’ (even kijken naar Bridget Jones II!). Onze vocabulaire is dit jaar stevig aangevuld met een paar Thaise pareltjes… (The Ching kan niet meer stuk; Like a weusjin kenden we al; chukaaaa als we suiker in onze koffie willen; popcorn voor maïs; IT voor icetea en tenslotte: lotion shake shake shake voor aftersun…)
Twee dagen Bangkok waren genoeg voor ons. Mister Yotsawat bracht ons in zijn taxi naar Soi Dao. Zijn bijnaam is ‘the thumb’ maar waarom dat zo is, moet je zelf uitvissen.
Soi Dao ligt ongeveer drie en een half uur rijden naar het oosten in de Thaise jungle, vlakbij de grens met Cambodja. Het dorp ligt aan beide kanten van de hoofdstraat met aan één kant de open markt met groenten, fruit, vlees en vis, tientallen eetstalletjes en een paar Amerikaanse supermarktjes (Tesco, 7Eleven). Soi Dao Hill is een verkaveling op de berg waar rijke Thai en – ongetwijfeld nog veel rijkere – Zweden huizen gebouwd hebben. Enorme en mooi afgewerkte villa’s omringd door restanten van een oude fruitgaard. Je kunt hier longkong eten, recht van de boom. Of mankoet. Of kleine, zoete, zelfgeplukte banaantjes. Het zicht op de bergen in de verte en de omliggende jungle is groots en de mensen zijn ontzettend behulpzaam. Boven op het domein ligt een restaurant waar de manager Suchet en een Cambodjaanse hulp elke dag koken. Het eten is ontzettend lekker en kost amper 500 tot 800 Bath (12,5 tot 20 euro)…voor drie personen! Het zou zonde zijn om zelf te koken.
Wij huren een huis van Haäkon en Marlou (www.homeaway.nl/vakantiewoning/p485974), maar het huis van Magnus en Christina, een sympathiek Zweeds koppel dat we hier leerden kennen, is eigenlijk nog mooier (www.baansabai.se).
Het is wel jammer dat we niet zomaar de natuur kunnen intrekken. Thai vinden mensen die wandelen vreemd. Het Wildlife Reserve in de buurt is maar voor een klein stukje open. Het reserve is niet toegankelijk en Magnus vertelde ons dat de laatste twee toeristen die zich in de jungle begaven er niet meer uitkwamen. Patrick is nog niet helemaal overtuigd, maar ik weet wel zeker dat ik op de veilige paden blijf… En de tuk-tuk neem naar het dorp. Want ook al verstaat onze tuk-tuk man geen woord Engels, na een tijdje geraak je toch een beetje gehecht aan elkaar.

Onze living in Soi Dao

De achterkant van ons huisje-in-de-jungle

Het zicht van op ons terras