Motto to live by

Life should not be a journey to the grave with the intention of arriving safely
in an attractive and well-preserved body,
but rather to skid in sideways, chocolate in one hand, martini in the other, body thoroughly used up,
totally worn out and screaming: 'Woo hoo! What a ride!'
(Hunter S.Thomson - met dank aan Nathalie)

maandag 18 april 2016

Het is maar om te zeggen dat ik u mis...

Het is maar om te zeggen dat ik 's ochtends altijd eerst mijn gsm controleer om te zien of er een berichtje is van u. Of ge naar Machu Picchu moogt gaan bijvoorbeeld. Of naar Buenos Aires. Of naar Uruguay.
Het is maar om te zeggen dat ik soms voor uw kleerkast sta en iets uitkies om aan te doen. Ik zeg dat het is omdat ik zelf niet veel kleren heb.
Het is maar om te zeggen dat ik die zwarte bottekes die in de gang staan af en toe aandoe. Ze zitten niet echt gemakkelijk, maar ik doe het toch.
Het is maar om te zeggen dat ik aan u denk als ik naar de etalages kijk. Ik koop toch liever kleren als ge er bij zijt.
Het is maar om te zeggen dat ik het tegenwoordig niet kan laten om cadeautjes voor u te kopen als ik in 't stad ben. Ik weet dat ge nieuw ondergoed zult nodig hebben. En shampoo. En zo nog wat dingen.
Het is maar om te zeggen dat die vlaggenlijn en kaarsjes van uw afscheidsfeest nog niet zijn weggehaald. Ge komt binnenkort toch terug. En dan kunnen ze nog eens dienen.
Het is maar om te zeggen dat ik al veel heb nagedacht over wat ik zou koken als ge er weer zijt.
Het is maar om te zeggen dat ik stof ga halen. Ge weet wel, voor de vlaggen aan ons huis.
Het is maar om te zeggen dat ik het niet altijd plezierig vind als ge weer eens laat weten dat ge gaat reizen. Ge moet intussen al half Latijns-Amerika gezien hebben. 't Is niet dat ik dat niet goed vind, maar ik ben ook altijd een beetje bang. Ik kan daar niet aan doen.
Het is maar om te zeggen dat ik u soms een beetje te stoer vind. Als ge overvallen zijt, bijvoorbeeld, moogt ge gerust zeggen dat ge een beetje hard verschoten zijt. Ik ben dat ook.

Het is eigenlijk alleen maar om te zeggen dat ik u een beetje veel mis.

woensdag 23 maart 2016

Gisteren en vandaag

Gisteren
Het is iets voor acht. We zitten aan de ontbijttafel, lezen de krant, drinken koffie. Zoals alleen mensen kunnen waarvan de kinderen niet op tijd naar school moeten.
Ik praat met Patrick over het nieuwe boek waaraan ik werk. Een kinderboek. Over hertogen en gravinnen met grote neuzen en chauffeurs die Door heten.
Een flard radionieuws waait de tafel over. Explosie. Vertrekhal. Zaventem.
Ik denk dat we samen rechtstaan om de radio luider te zetten.
Ik heb afgesproken met een vriendin om samen koffie te drinken, maar de koffiebar is gesloten. We gaan bij haar thuis voor de televisie zitten. Met thee. Er explodeert een metrotoestel in Brussel.
Om tien uur ga ik voorlezen uit de Keukenprins voor een klas tienjarigen in Borgerhout. Ze lachen om Kokkie. Ze willen weten hoe het verhaal verder loopt. Ze vinden de koekjes lekker die ik aan het einde van de sessie uitdeel. Als ik naar hun favoriete boek vraag, zegt een jongen De Koning van Katoren. Daar moet ik om lachen.
Ik stuur mijn broer en schoonzus die in Brussel wonen een bericht om te vragen of ze oké zijn. Ik check bij mijn ex-schoonzus die op de luchthaven werkt. Ik zie dat vrienden en kennissen die in de hoofdstad wonen en werken veilig zijn.
De hele dag staat de radio aan en soms zetten we hem af omdat we het niet meer kunnen horen. Maar dat stopt de berichten op Facebook niet. Hartverwarmend, soms, de vele buitenlandse vrienden die vragen of we veilig zijn en ons een hart onder de riem steken. Ongemakkelijk, soms, de 'Je suis Bruxelles' en de middenvinger uit frieten. IJskoud, soms, de meningen.

Vandaag
Ik slaap onrustig. Om vier uur word ik helemaal wakker en keert de slaap niet meer terug. Gelukkig staan er tegenwoordig bedden vrij in ons huis - altijd opgemaakt, want je weet nooit wie er blijft slapen. Ik lees mijn boek uit. En ik val uiteindelijk weer in slaap.
Vanmorgen weet ik hoe mijn boek begint.

'O jee. Ik ben een beetje verloren gelopen, denk ik.'

Precies zoals ik me voel.

dinsdag 2 februari 2016

Zet die reactieknop uit!

Ik zit op Facebook en klik op een link. Een artikel over Femke-moteurtje-in-de-fiets waarin een zekere Marijn de Vries uitlegt wat er volgens hem aan de hand is.
Ik heb niets met veldrijden, maar ik denk: 'Rake analyse. In elk geval stof tot nadenken. Fijn geschreven ook.'
Ik lees ook de reacties.
Marijn krijgt een paar keer de wind van voren. Bij sommige reacties vraag ik me af of de schrijvers het artikel gelezen hebben. Het lijkt erop alsof ze alleen maar willen reageren. Lees vooral het stuk zelf, inclusief de reacties. 
Het is natuurlijk niet de eerste keer dat ik me erger aan de reactieknop. Al bij al valt het bij het stuk van Marijn nog mee. Eerder vandaag las ik bijvoorbeeld een stuk van een Duitse dokter die de eerste opvang verzorgt voor vluchtelingen en beschrijft hoe het er aan toegaat.
'Stof tot nadenken', denk ik.
Maar helaas ben ik weer dom genoeg om de reacties te lezen. Puur, onversneden, walgelijk racisme dat bovendien bulkt van de taalfouten. Zum kotzen. Je hoeft het van mij niet eens te zijn met die dokter, maar je kunt op zijn minst een beetje beleefd blijven.
Af en toe lees ik een stuk van of over iemand die ik ken en die (een beetje) BV is. Als ik de reacties lees, ben ik blij dat ik niet bekend ben.

Door de reactieknop kan de grootste idioot met toegang tot het internet zijn gal spuwen. En hij doet dat met verve.
Vroeger moest zo iemand eerst briefpapier vinden. En een balpen of een potlood. Vervolgens moest hij zijn mening een beetje ordentelijk formuleren en op zoek gaan naar een envelop en een postzegel. Als hij dat al voor mekaar kreeg, ging de lezersbrief naar de krant - op voorwaarde natuurlijk dat de briefschrijver de moeite deed om naar een brievenbus in de buurt te wandelen. Op de redactie oordeelde een redacteur of de brief al dan niet geplaatst werd. Als dat het geval was, werden de ergste taalfouten eruit gefilterd en werd de brief meestal nog wat ingekort.
Dat waren nog eens tijden.

Klink ik ouderwets? Dan is dat maar zo.
Ik vind het prettig om veel meningen te horen en erover na te denken. Maar laat die meningen in godsnaam met een minimum aan respect en beleefdheid geformuleerd zijn.
Een journalist kan dat.
Bepaalde mensen met een vlotte pen kunnen dat ook.
Maar een idioot met een tablet in zijn poten die denkt zich interessant te moeten maken - nee, die kan dat niet. Dat is gewoon buikgevoel dat opborrelt. Niet meer dan een scheet. Maar hà! Hij heeft die scheet toch maar mooi openbaar laten vliegen zodat iedereen hem kan ruiken. Wat een prestatie! Applaus!

Ik lees momenteel de nieuwste Bill Bryson met een geweldig stukje over het moment waarop hij per ongeluk op TripAdvisor een café Googlet en de commentaren leest:

'One recent visitor pronounced himself 'Dissapointted' with the experience. Well, here is a new rule: if you are too stupid to spell 'disappointed' even approximately correctly, you are not allowed to take part in public discourse at any level.'

En verder:

'I do despair. We live in a world that has practically no appreciation for quality, tradition or classiness, and in which people who can't spell even common words get to decide what survives. That can't be right, surely. I was, as a TripAdvisor correspondent might put it, deply trubbled.'

Ik ook. Deptly trubbled. Verry deptly.

donderdag 31 december 2015

2015

Ik loop al een tijdje te verkondigen dat ik 2015 een klotejaar vond. Te veel agressie, te veel onzekerheid, financiële katers, een leeg huis, een pijnlijke rug en pijnlijke handen en nog wat van dat. Voor mij was het een jaar om te vergeten. Voor eeuwig onder de mat.

Maar vandaag, op de laatste dag van dit vermaledijde jaar, zijn er ook een paar andere gedachten.

2015 is het jaar van Flo. Flo in Paraguay. En dat is niets minder dan bijzonder.
Denk maar naar mijn Zweedse vriendin Ulrika waarmee ik een paar memorabele dagen in Antwerpen doorbracht. Nooit geweten dat een orthodoxe Jood profaniteiten als 'fucking slut', en 'fucking asshole' en 'fucking whore' zou bezigen.
(Ik leerde Ulrika kennen in 1981 tijdens mijn uitwisselingsjaar.)
Of aan onze zomervakantie. Eentje in het wondermooie Zweedse huis van bovengenoemde Ulrika; eentje in het prachtige Italiaanse huis van mijn  vriendin Rossella. Ik leerde Rossella kennen op een  bijzondere AFS workshop in Zweden. Daar heb ik een verbondenheid gevoeld die je zelden vindt bij mensen die elkaar nog maar net kennen. Het was schoon.
Of aan een memorabele kerstavond met Angela, Chad en Charla. Drie geweldige Texanen. Vrienden van Patrick. Hij leerde ze kennen tijdens zijn uitwisselingsjaar.
Of aan de Italianen en Brazilianen, Duitsers, Australiërs, Noord-Ieren en andere nationaliteiten die hun doortocht maakten. Vrienden van Wannes. Hij leerde ze kennen tijdens zijn uitwisselingen in het buitenland.

Dat was ook 2015.

In 2015 werd de Keukenprins geboren. Dat boek was thuiskomen voor mij. Het leek alsof ik een derde kind gekregen had. Een nakomertje. Eentje dat ik alleen maar wou verwennen. De woorden waren al klaar in mei van het vorige jaar, maar toen ik de tekeningen van Georgien zag, wist ik dat het een schoon kind zou worden.
Ik hou van de figuren uit het boek. Ik weet niet waar ze vandaan komen, maar ze zitten kort op mijn vel. Het is een gevoel dat ik moeilijk verklaren. Het liefste zou ik elke dag over hen schrijven. Of over de andere figuren die in mij leven.
Ik ben de mensen bij Lannoo al langer dankbaar dat ze ooit iets in mij zagen. Ik doe nu al een hele tijd het werk dat ik het allerliefste doe.
Maar Sofie en Judith, de kinderboekenuitgevers, namen me 'beyond'.  Judith sneed met een mes de vieze velletjes en rotte plekken weg uit het manuscript. Haar commentaar was hard maar ook juist en rechtvaardig. Het boek werd er beter door.
En Sofie. Ik merkte aan alles wat ze zei dat ze het meende. Soms heb ik het gevoel dat zij ook een beetje moeder werd van Max.
Ik heb dit jaar een angst opzij gezet. Ik ben nu wat ik als kind al wou worden: kinderboekenschrijfster.
Soms kan ik het zelf nog niet helemaal geloven. De eerste stap is gezet en ik hoop dat ik de moed vind om gewoon verder te wandelen.

Dat was ook 2015.


2015 waren de vriendinnen die langskwamen om koffie te drinken. Of met wie ik pizza at en die intussen mijn problemen oplosten. Of die me lieve mails stuurden als ze merkten dat ik Flo hard miste. Of met wie ik een verjaardag vierde op het strand. Ze waren er gewoon. Elk jaar besef ik meer hoe belangrijk ze zijn.
Het was Patrick, Wannes, Flo op zo veel manieren dat ik er geen woorden voor heb.
Het waren mijn vader, mijn broers, mijn nichtjes en neefjes. Mijn petekinderen.

2015 was veel bagger en shit. En kutzooi ook.
Maar gelukkig waren er altijd mensen om het beter te maken.

Dankjewel.
En ik wens dat de wereld 2016 wat liever en wat rustiger mag zijn.


zaterdag 14 november 2015

Het Parijs van Flo

Flo houdt van Parijs.
Als ze kon kiezen zou ze Parisienne zijn.
En wàt voor een Parisienne zou ze zijn.
Een Parisienne op hoge hakken. Zonder schrik.

Ik hoorde het nieuws vanochtend pas.
'Vreselijk', zei Patrick die met de kranten aan de keukentafel zat.
Ik begreep hem niet.
Toen pas zag ik wat er gebeurd was.
Parijs, het Parijs van Flo, lag onder vuur.

's Nachts had Patrick een bericht naar onze kinderen gestuurd:
'Dit is politiek. Laat het nooit een aanleiding zijn om vrienden niet meer te vertrouwen, ook al hebben ze een ander geloof. Wees alert! Wees voorzichtig! Maar ga puur op je gevoel af.'
'Blijf de ruim denkende mensen die jullie nu zijn. Mama en ik hebben jullie opgevoed in een geest van openheid, met respect voor iedereen die er andere ideeën op nahoudt. Jullie zijn allebei in het buitenland (geweest) en weten uit eerste hand hoe verschillend culturen kunnen zijn. Jullie weten ook dat extremisten nooit het algemene belang vertegenwoordigen (kijk naar het Vlaams Belang). Wees niet bang!'

Ik ben niet bang.
Ik ben verdrietig.
Voor Flo en haar Parijs.
Voor een wereld die weer een stuk van haar vrijheid verloren heeft vannacht.
En boven alles blijf ik geloven dat we onze kinderen moeten leren vliegen.
Zonder angst voor de ander.






donderdag 10 september 2015

Ja. Ik heb het er moeilijk mee

'En? Mis je ze niet te erg? Geen last van het lege-nest-syndroom?'

Ik was stoer.
En ik antwoordde:
'Nee. Ik heb te veel werk om ze te missen.'
Of
'Nee. Het is plezierig om te kunnen doen en laten waar je zin in hebt.'


Maar het is niet waar.
Ik mis ze.
Ik mis mijn leven als mama.
Misschien wil ik niet doen en laten waar ik zin in heb. Ik vond dat nooit erg.


Wees gerust. Ik blijf geloven in: 'Als je wilt dat je kinderen vliegen, moet je ze uit het nest duwen.'

Maar hier zit ik dan, in dat lege nest. Ik maak geen apart ontbijt meer voor iedereen. Brooddozen zijn iets uit het verleden. En omdat ik niet meer moet opvoeden, kan ik net zo goed mijn bord leeg eten voor de televisie.

Misschien gebeurde het net iets te snel. Eerst vertrok Flo en niet veel later woonde Wannes alleen.
Er is leeg en er is plots wel héél erg leeg.
Eerst voelde het alsof ze op vakantie waren en straks weer terug kwamen. Maar in september begon de routine en sloeg het me recht in het gezicht.

Ik wil niet zielig doen.
Maar ik wil ook niet meer stoer doen.
Ja, ik heb het er dus moeilijk mee. Ik weet niet meer goed waar mijn definitie zit. Alles voelt te groot.
Ik ben zo graag mama. Natuurlijk blijf ik voor altijd en eeuwig mama van mijn kinderen en natuurlijk komen ze regelmatig langs en natuurlijk doen ze het fantastisch zo-op-hun-eigen en natuurlijk ben ik trots op hen.

Maar ik heb er dus wel last van.
Van dat lege nest dat werk, kat of man nog even niet kunnen opvullen.

maandag 17 augustus 2015

En? Hoe gaat het nu met Flo?

Goed, danku!

Ze is geschrokken, die eerste dagen.
Want daar zat ze dan, in Paraguay. Op een paar duizend kilometer en meer dan 31 uur reizen van huis. En ze sprak geen Spaans, moest met een miauwende kat in de kamer slapen en had niet door dat ze zelf haar was zou moeten doen als ze schone kleren wou.

Maar kijk, een mens is flexibel.
Flo doet de was.
 
Flo kent al een klein beetje Spaans, genoeg om aan haar broertje te vragen of hij nog moe is.
Flo gaat naar school en draagt op dinsdagen een ander uniform dan op maandagen.
Flo bakt chipa's.
 

Flo gaat op bezoek bij de Vlaamse vereniging in Paraguay - die van Reizen Waes, ja - die haar vijftigste verjaardag viert en voor de gelegenheid een taart gebakken heeft met het AVV VVK kruis erop.




Ze maakt plannen.
Ze gaat traditioneel Paraguayaans leren dansen met een fles op haar hoofd.
https://www.youtube.com/watch?v=Q3rlikdV9UQ.
Ze maakt plannen om Fifi de tapir te bezoeken. Die van Reizen Waes, ja.
En naar Brazilië te gaan.
En naar Argentinië.
En naar Chili.

Natuurlijk zijn er ook slechte dagen met heimwee en de vraag 'waarom ben ik hier aan begonnen?'
Maar zoals ik al zei: ze is flexibel.


Zeg nu zelf.
Dat is toch geweldig. En ook dapper.