Motto to live by

Life should not be a journey to the grave with the intention of arriving safely
in an attractive and well-preserved body,
but rather to skid in sideways, chocolate in one hand, martini in the other, body thoroughly used up,
totally worn out and screaming: 'Woo hoo! What a ride!'
(Hunter S.Thomson - met dank aan Nathalie)

dinsdag 25 september 2012

De eerste les

De eerste les begint om acht uur.
Hij zakt de avond ervoor niet af naar café De Prof, maar kruipt op tijd in bed om uitgeslapen te zijn. Om kwart voor zeven hoor ik zijn wekkerradio en om kwart voor acht is hij de deur uit met alleen maar een banaan achter de kiezen.

Rond de middag komt hij terug thuis. Hij is naar de kapper geweest en ziet er met zijn korte kopje plots een stuk jonger uit. Hij vertelt honderduit over de les Engels. Wij - die toch denken een beetje Engels te kennen - luisteren verbaasd naar de stroom moeilijke woorden die uit zijn mond vloeit. Nooit geweten dat Engels zo ingewikkeld was. En dat onze zoon daar zo enthousiast kan over vertellen. Ik wil wel een paar voorbeelden geven, maar ben intussen alles vergeten. Het mensenbrein gaat achteruit vanaf het vijfenveertigste levensjaar en ik ben daar het beste bewijs van.

's Namiddags vertrekt hij vol goede moed naar de eerste les Nederlands maar hij is een kwartier later weer terug. Het virus dat Patrick, Flo en mij twee dagen aan het toilet en de emmer kluisterde, heeft hem ook te pakken. Hij is misselijk en moe en ligt een hele namiddag op de sofa.

Het is weer wat anders nu met een student in huis. De anekdotes 'uit onze tijd' borrelen bij Patrick en mij spontaan op.
Over die twee aartslelijke en openlijk communistische proffen van Duits die ons het lied 'Ich bin wild auf der Bild' bijbrachten (helaas onvindbaar op het net);
Over de lessen Frans waarin we over Sue Ellen en Bobby van Dallas praatten - in het Frans natuurlijk, dat spreekt voor zich - en waar Patrick en ik onze eerste toenaderingspogingen deden;
Over professor Verstraeten waarbij we streepjes zetten elke keer dat hij de naam 'Marx' uitsprak;
Over de eerste mensen die we tegenkwamen en hoe sommigen nog altijd onze vrienden zijn;
Over de Strebers;
Over Flikkerlicht;

Over de proffen die op de openingsreceptie een joint doorgaven aan elkaar hebben we het nog niet gehad.
Dat houden we voor later.


donderdag 13 september 2012

Emoreizen

Emoreizen. Het klinkt mooi, niet? Als nieuw reisconcept? Het is een vorm van reizen die eigenlijk nog het meest aan tijdreizen doet denken, alleen ga je niet terug in de tijd, maar ben je ouder en ga je terug naar de plaatsen uit je jeugd. Bij voorkeur natuurlijk plaatsen waar je lang niet geweest bent. Zo'n dertig jaar bijvoorbeeld. En als het even kan met een oceaan ertussen.

Ik heb deze vakantie zo'n emoreis gemaakt. Naar plaatsen van dertig jaar geleden, maar nog veel meer naar mensen van dertig jaar geleden.
De familie O'Brien waar ik een week verbleef in de buurt van Boston. Dat was kort, maar zo krachtig dat het na dertig jaar nog altijd een bijzonder blij weerzien was met Claudette en haar dochters. Het gezin had later nog uitwisselingsstudenten voor langere tijd, maar met niemand hadden ze zo'n band als met mij. Zoiets horen doet goed aan je hart. Sommige relaties zijn pure chemie.
Of dokter Barney en zijn vrouw Rae in Harrisburg. Niet eens mijn echte gastfamilie, maar wel de mensen met wie ik dertig jaar later nog steeds mail. Barney is in de tachtig nu en Rae gaat ook die richting uit. Op heel wat vlakken staan ze mijlenver van wie ik geworden ben, maar - oh boy - wat vind ik het toch lieve mensen! Alleen wil je niet met hen beginnen over politiek.
Of Victor, mijn gastvader, van wie ik nooit dacht dat hij me nog zou herinneren. Hoe fout kon ik zijn! En wat een verloren stuk van mijn emoreis. Ik zag hem tien minuten, maar ik ben er van overtuigd dat we een hele avond samen hadden kunnen doorbrengen.
Of de vrienden van toen die ik terugzag. Pete, Nan, JP, Holly. Allemaal met levens en een verleden en verhalen - maar stuk voor stuk geen spàtje veranderd. Geen spatje! En dat meen ik uit de grond van mijn hart. Misschien een beetje meer gekreukt. Misschien wat kaler. Misschien een klein beetje ronder. Maar verder niks.

JP - hieronder op de foto met mij.
Het was een jurk van mijn zus die niet paste. En die sjaal was waarschijnlijk van mijn gastmoeder. Zo gaat dat met uitwisselingsstudenten.
En neen, JP en ik waren nooit een koppel.
Ik sta wél helemaal vooraan op de muurschildering die hij maakte voor de highschool en die ik een paar weken geleden voor het eerst zag.
Hij had ook een CD voor mij samengesteld met muziek uit de eighties. Van toen dus.
En hij had oude foto's bij voor mij.
En rare kaas, gepikkelde okra, gebakken varkensvel en kakalakiesaus. 
JP is cartoontekenaar en ontwerper geworden.
Gelukkig heb ik wat aan mijn haar gedaan.

Zoals ik al zei: emoreizen.