Motto to live by

Life should not be a journey to the grave with the intention of arriving safely
in an attractive and well-preserved body,
but rather to skid in sideways, chocolate in one hand, martini in the other, body thoroughly used up,
totally worn out and screaming: 'Woo hoo! What a ride!'
(Hunter S.Thomson - met dank aan Nathalie)

woensdag 7 november 2012

KNOKKE

‘Drie euro en tsjeventig centjes’, zegt het meisje achter de toog. Ik kijk verbaasd naar het pakje dat ze in mijn handen duwt. Het bevat een broodje van ongeveer 7 centimeter, belegd met een minuscuul plakje kaas, een blaadje sla en een schijfje tomaat.
‘U maakt een grapje’, wil ik zeggen, maar ik hou wijselijk mijn mond. Dit is Knokke. In de straat waar ik net doorliep op zoek naar een broodjeszaak kostten zelfs de sjaaltjes in de etalages meer dan het gemiddelde maandloon in pakweg Oezbekistan. Dan moet ik niet klagen als ze bij de bakker hetzelfde proberen.

Ik betaal en wandel glimlachend naar buiten. Toegegeven, het broodje is netjes verpakt in een doorzichtig micazakje dat is dichtgekleefd met een elegante sticker waarop de naam van de bakkerij staat in een lettertype waar designers ongetwijfeld op kicken. Ik rammel van de honger, dus maak ik het zakje open en haal het broodje er voorzichtig uit. Normaal eet ik niet op straat. Nooit. Maar dit broodje is zo belachelijk klein dat niemand het merkt. Ik kan het verbergen in de palm van mijn hand. En het kost drieeuroentsjeventigcent dus voor één keer mag het wel.

In minder dan twee happen is het verdwenen. Toegegeven, het stukje stokbrood is lekker, maar meer kan ik er niet over zeggen. Ik heb vooral nog honger.

Op de dijk staat een oude man met een oud hondje. Hij draagt een geruite pet en een blauwe jas en op het eerste zicht is het een gewone oude man. Ik verfrommel het micazakje en zoek een vuilnisbak wanneer ik hem ‘dit gelooft u toch niet’ hoor zeggen. Even denk ik dat hij mijn micazakje gezien heeft en net als ik een broodje bij dezelfde bakker haalde, maar hij steekt een verhaal af over twee euro die uit zijn zak rolde en opgeraapt werd door voorbijgangers. Hij wou nog een euro terugvragen, maar ze wandelden gewoon verder zonder acht op hem te slaan. En nu heeft hij een probleem want hij heeft niet meer genoeg geld voor een pakje tabak.

Ik vind het een mooi verhaal, zeker op de dijk van Knokke. Dan besef ik dat ik geen kleingeld meer in mijn portefeuille heb. Ik zeg iets als ‘wat jammer voor u’ – de meneer spreekt duidelijk met een Nederlands accent – en leg uit dat ik hem helaas geen euro kan geven. Een ouder, goedgekleed, goed geconserveerd en Franssprekend koppel van het type dat je hier wel vaker ziet, komt voorbij en kijkt ons allebei aan. De vrouw neemt de arm van haar man wat steviger vast. Ik hoor haar een paar keer tssss-en en, hoewel ik niet kan verstaan wat ze elkaar toefluisteren, begrijp ik uit de toon dat ze hier niet blij mee zijn. Ik ga er voor het gemak van uit dat het niet om mij gaat, maar om de oude man die intussen de dijk afspeurt naar een nieuw slachtoffer.

Op weg naar de studio waar ik aan een boek aan het schrijven ben, kom ik gelukkig nog een broodjeszaak tegen. Sim’Z verkoopt me warm broodje brie van normaal formaat voor de luttele prijs van vier euro. Ik eet het buiten op en hoop stiekem dat de oude man opnieuw voorbij komt. Deze keer heb ik wel een euro voor een mooi verhaal.