Motto to live by

Life should not be a journey to the grave with the intention of arriving safely
in an attractive and well-preserved body,
but rather to skid in sideways, chocolate in one hand, martini in the other, body thoroughly used up,
totally worn out and screaming: 'Woo hoo! What a ride!'
(Hunter S.Thomson - met dank aan Nathalie)

woensdag 23 maart 2016

Gisteren en vandaag

Gisteren
Het is iets voor acht. We zitten aan de ontbijttafel, lezen de krant, drinken koffie. Zoals alleen mensen kunnen waarvan de kinderen niet op tijd naar school moeten.
Ik praat met Patrick over het nieuwe boek waaraan ik werk. Een kinderboek. Over hertogen en gravinnen met grote neuzen en chauffeurs die Door heten.
Een flard radionieuws waait de tafel over. Explosie. Vertrekhal. Zaventem.
Ik denk dat we samen rechtstaan om de radio luider te zetten.
Ik heb afgesproken met een vriendin om samen koffie te drinken, maar de koffiebar is gesloten. We gaan bij haar thuis voor de televisie zitten. Met thee. Er explodeert een metrotoestel in Brussel.
Om tien uur ga ik voorlezen uit de Keukenprins voor een klas tienjarigen in Borgerhout. Ze lachen om Kokkie. Ze willen weten hoe het verhaal verder loopt. Ze vinden de koekjes lekker die ik aan het einde van de sessie uitdeel. Als ik naar hun favoriete boek vraag, zegt een jongen De Koning van Katoren. Daar moet ik om lachen.
Ik stuur mijn broer en schoonzus die in Brussel wonen een bericht om te vragen of ze oké zijn. Ik check bij mijn ex-schoonzus die op de luchthaven werkt. Ik zie dat vrienden en kennissen die in de hoofdstad wonen en werken veilig zijn.
De hele dag staat de radio aan en soms zetten we hem af omdat we het niet meer kunnen horen. Maar dat stopt de berichten op Facebook niet. Hartverwarmend, soms, de vele buitenlandse vrienden die vragen of we veilig zijn en ons een hart onder de riem steken. Ongemakkelijk, soms, de 'Je suis Bruxelles' en de middenvinger uit frieten. IJskoud, soms, de meningen.

Vandaag
Ik slaap onrustig. Om vier uur word ik helemaal wakker en keert de slaap niet meer terug. Gelukkig staan er tegenwoordig bedden vrij in ons huis - altijd opgemaakt, want je weet nooit wie er blijft slapen. Ik lees mijn boek uit. En ik val uiteindelijk weer in slaap.
Vanmorgen weet ik hoe mijn boek begint.

'O jee. Ik ben een beetje verloren gelopen, denk ik.'

Precies zoals ik me voel.