Wanneer ik 's ochtends op het Laar kom, denk ik even dat het geen markt is. Mijn vertrouwde groentekraam staat er niet en er loopt amper volk rond. Het miezert en het is onaangenaam koud. Het plein is in een grijze, troosteloos deken gehuld en bijna heb ik spijt dat ik naar hier gekomen ben.
Ik word meteen geholpen aan een groentekraam - zo snel dat ik geen tijd heb om na te denken over wat ik precies wil kopen. Bij de kaasboer staan een paar mensen aan te schuiven. Marktkramer Ben maakt een grapje: 'Vanavond eten wij worsten in plaats van biefstuk, want veel ga ik hier niet verdienen vandaag. Zo'n offerfeest is niet goed voor de zaken!'
De vrouw voor me stopt haar bestelling weg in een grote boodschappentas. Ze zet haar plastic regenkapje recht en kijkt naar Ben.
'Van mij mogen ze allemaal weg blijven', zegt ze. 'Ik vind het veel beter zo.'
Ik zie de plattekaas in de toog zuur worden van zoveel venijn. Ze mompelt nog iets, haalt haar schouders op en sloft de markt op. Boos omdat het regent, maar ik vermoed dat ze ook boos is als de zon schijnt.
'Ik heb niks tegen die mensen', zegt de vrouw achter mij zacht. Ze kijkt Ben en mij een beetje verontschuldigend aan.
'Ik ook niet', steun ik haar. 'En het is in elk geval stukken gezelliger hier als ze er wel zijn.'
Ben zucht. 'Ik heb het soms moeilijk met dat soort opmerkingen over buitenlanders', zegt hij. 'Ik weet dan nooit wat zeggen. Ik wil ze geen gelijk geven, maar ik moet als verkoper natuurlijk opletten...'
De vrouw en ik knikken. We begrijpen het wel.
'Neem nu Mustafa van de Moroccon nuts', gaat Ben verder. 'Top gast!'
'De man van ons buurmeisje Soumya', zeg ik lachend. We ontdekken dat Bens vrouw en ik samen op het trouwfeest waren. Hij vraagt me om Soumaya de groeten te doen wanneer ik haar nog een keer zie.
'Maar er zitten ook kapoenen tussen', zegt Ben. Dat kan ik alleen maar beamen.
Ik wandel naar huis en denk aan het verhaal dat Fatima me eergisteren vertelde. Hoe ze in een Liers restaurant zat met haar man en ze kwamen vragen of ze Nederlands verstonden. En hun waarschuwden dat ze alleen maar Vlaamse kost hadden.
En dat Fatima had geantwoord: 'Geef me dan maar een portie van die goeie Vlaamse mosselen.'
Vlaanderen. Wat een dorp!
vrijdag 26 oktober 2012
woensdag 17 oktober 2012
De burgemeester die niet van voetbal houdt
De mannelijke helft van dit gezin houdt van voetbal. Zappen stopt spontaan zodra er een groen veld met witte bal op televisie verschijnt. Menig avond wordt gevuld met gelamenteer over de slechte prestaties van de eigen ploeg. Er wordt gerekend en gecijferd tot het mathematisch niet anders kan dan dat de ploeg naar eerste klasse verhuist. Wanneer ik hen er tegen de zomer op wijs dat het weer niet gaat lukken, hebben ze tientallen excuses klaar en lachen ze me een beetje uit.
Hier komen geen paarse bloemen in huis, ik draag nooit paarse kleding en een gratis gekregen paarse brooddoos wordt genadeloos in de vuilbak gekieperd.
Ik heb niets met voetbal. Als er weer een onmisbare match op televisie is, ga ik in bed liggen lezen.
Toch vind ik het raar dat we straks een burgemeester hebben die niets met voetbal heeft. Ik vraag me eerlijk af of dat wel kan.
Want voetbal, dat is toch een stuk van een stad? En zeker van 't stad waar je één van de twee ploegen moét kiezen, of je dat nu wilt of niet. Kleur bekennen. Ik weet van thuis en van mijn tijd bij de Gazet hoe belangrijk dat is. Rood en paars: gezworen vijanden maar solidair tegen iemand die 'niks' is.
Hoe moet dat dan met die nieuwe burgemeester? Antwerps voetbal is toch het gespreksonderwerp par excellence om een keer te lachen in de gemeenteraad als de sfeer wat gespannen is?
Ik zie onze toekomstige burgemeester ook niet direct optreden als er pakweg een ramp gebeurt. Wanneer een gek door de straten van 't stad trekt bijvoorbeeld en op alles schiet wat beweegt. Of een bolleke drinken met de bejaarden die al meer dan honderd jaar in 't stad wonen, quoi. Of een bloemeké afgeven bij een koppel dat zijn tachtigjarige jubilee viert.
Ik kan me vergissen natuurlijk.
Maar dat die voetbal nog problemen gaat geven, daar ben ik zeker van.
Hier komen geen paarse bloemen in huis, ik draag nooit paarse kleding en een gratis gekregen paarse brooddoos wordt genadeloos in de vuilbak gekieperd.
Ik heb niets met voetbal. Als er weer een onmisbare match op televisie is, ga ik in bed liggen lezen.
Toch vind ik het raar dat we straks een burgemeester hebben die niets met voetbal heeft. Ik vraag me eerlijk af of dat wel kan.
Want voetbal, dat is toch een stuk van een stad? En zeker van 't stad waar je één van de twee ploegen moét kiezen, of je dat nu wilt of niet. Kleur bekennen. Ik weet van thuis en van mijn tijd bij de Gazet hoe belangrijk dat is. Rood en paars: gezworen vijanden maar solidair tegen iemand die 'niks' is.
Hoe moet dat dan met die nieuwe burgemeester? Antwerps voetbal is toch het gespreksonderwerp par excellence om een keer te lachen in de gemeenteraad als de sfeer wat gespannen is?
Ik zie onze toekomstige burgemeester ook niet direct optreden als er pakweg een ramp gebeurt. Wanneer een gek door de straten van 't stad trekt bijvoorbeeld en op alles schiet wat beweegt. Of een bolleke drinken met de bejaarden die al meer dan honderd jaar in 't stad wonen, quoi. Of een bloemeké afgeven bij een koppel dat zijn tachtigjarige jubilee viert.
Ik kan me vergissen natuurlijk.
Maar dat die voetbal nog problemen gaat geven, daar ben ik zeker van.
Abonneren op:
Posts (Atom)