En plots raakte me - bèng - recht tussen de ogen. Ik kan mijn vinger zelfs op het exacte moment leggen. Ik stond aan het verkeerslicht en zag een grote, dure BMW helemaal links gaan staan. Ik dacht: 'Die slaat niét linksaf.' Ik had gelijk. En terwijl dat allemaal gebeurde en iedereen zijn ogen op de grote BMW had, slalomde er een kleine wagen tussen de file door waardoor iedereen in de remmen moest gaan hangen. De lucht was plots gevuld met sirenes, veel sirenes. In de spiegels zag ik overal blauwe zwaailichten. Wie geen boef of politieagent was, keek wat schaapachtig in het rond.
Mijn maag leek tegen mijn ruggengraat te plakken en ik voelde me misselijk.
'Zondag is hij weer weg', dacht ik een beetje paniekerig.
Tot nu hadden we er heel luchtig over gedaan.
Want wat zijn nu vijf maanden Portugal?
Geen vijftig euro als je je ticket op tijd boekt. Twee, drie uur vliegen, max.
Ik zoek ginder wel een kot.
Ik zie wel of ik lakens nodig heb.
Nee, ik ga de was niet zelf doen.
Denk je nu echt dat ik ga slapen in het beddengoed van andere Erasmusstudenten?
Voorlopig staat er genoeg geld op mijn rekening.
Ik weet niet of ik boeken moet kopen.
De vorige dag had ik aan Patrick gezegd dat dit toch weer heel anders was dan een jaar Brazilië. Geen visum regelen. Geen -tig injecties tegen enge ziekten. Geen geld wisselen en moeilijke rekeningen openen.
En mààr vijf maanden. Wat zijn nu vijf maanden?
Die zijn voorbij voor we het beseffen.
Ik heb extra boxershorts gekocht en badhanddoeken en shampoo en tandpasta en drie tandenborstels.
Hij geeft een afscheidfeestje en - als we ons écht niet kunnen inhouden - mogen we langskomen.
Ik dacht de hele tijd dat ik er immuun voor geworden was.
Niet dus.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Oooh! Knuffel!
Een reactie posten