Zoals ik eerder zei was Elvis een bijzondere kat. Hij was dertien jaar onze vriend - maar wel op zijn voorwaarden.
- Hij liet zich niet oppakken. En als je hem dan vast had, kreeg je geheid een paar krabben.
- Hij liet zich niet gemakkelijk aaien. Alleen soms. Als hij er zin in had.
- Hij lag graag achter de sofa onder de verwarming.
- Hij kwam bij je liggen als je op het tapijt in de living lag. We vermoeden dat hij daarmee wou zeggen dat die mat zijn territorium was en dat hij je alleen maar duldde.
- Hij had een hekel aan nieuwe soorten kattenzand en weigerde op zijn bak te gaan als er iets anders dan 'zijn merk' in zat.
- Hij was doodsbang van de stofzuiger.
- Hij kreeg het kattenluik ook open als je het 'op slot' had gedaan.
- Hij at nooit iets uit je hand. Als je hem iets aanbood, legde hij het op de grond en at het dan pas op.
- Hij liep 's ochtends tussen je benen door tot je hem eten gaf. En soms 's avonds ook.
- Hij was het grappigst als hij op het tuinhuis van Wim en Stefaan zat. Je zag dan alleen zijn oren boven het dak uitsteken en als je zijn naam zei, kwam hij even over de rand kijken.
- Hij vond de nieuwe sofa geweldig omdat die brede leuningen had waarop hij lekker kon luieren. Met één poot die over de rand hing.
Visje.
Elvenrijn (sorry, dat was er één van mij).
Eigenwijze kater.
We gaan je missen, maat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten