Motto to live by

Life should not be a journey to the grave with the intention of arriving safely
in an attractive and well-preserved body,
but rather to skid in sideways, chocolate in one hand, martini in the other, body thoroughly used up,
totally worn out and screaming: 'Woo hoo! What a ride!'
(Hunter S.Thomson - met dank aan Nathalie)

maandag 11 maart 2013

Twee meisjes van vijftig

Ik leerde Ulrika Bengtsson in 1981 kennen. We waren allebei AFS-uitwisselingsstudenten in de buurt van Harrisburg.
Zij kwam uit Zweden. We waren, denk ik, de enige Europeanen in een bonte groep Latino's. Ulrika en ik vonden oprecht dat we veel intelligenter waren dan de anderen. We maakten er zelfs een liedje over. Niet zo lang geleden vonden we de tekst terug.
Ik ben nog altijd diep beschaamd.

Ulrika en ik werden vriendinnen. Ze was mijn steun en toeverlaat toen ik van gezin veranderde. Zij was degene aan wie ik vertelde hoe beu ik mijn gastgezin was. En toen hoorden we allebei de klik van een telefoon die ingelegd werd.
Iemand van het gezin had ons afgeluisterd.
Een uur later stond ik met mijn koffer aan de deur. Het sneeuwde.

Ulrika was de knappe van ons twee. Gewoon al het feit dat ze Zweedse was, maakte dat ze een voetje voor had bij de jongens. Maar ze was ook écht mooi. Daar moeten we niet flauw over doen.
Toen ze een dagje op mijn highschool doorbracht, vroegen een paar jongens me achteraf: 'Why didn't we get the pretty one?' Daar ben je een paar jaren niet goed van.

Ulrika en ik bleven vriendinnen. Over de tijd. Over de afstand.
Zij studeerde rechten. Ik ook een jaar.
Zij trouwde met Jan, ook rechten. Ik met Patrick, ook communicatie.
Zij kreeg Gabriel en ik een jaar eerder Wannes.
Zij kreeg Ludvig en ik een jaar eerder Flo.

Al snel na onze terugkeer naar ons thuisland leerden we elkaars ouders kennen. Ik vond Nils en Margareta geweldig. Het gevoel was wederzijds.
Ik hoorde dit weekend dat Margareta wou dat Ulrika haar dochter Hilde zou noemen. Gelukkig kreeg ze twee zonen.
Nils heeft Alzheimer nu. Dat doet zeer. Alsof hij familie is.
Ulrika stuurde bloemen toen mijn moeder stierf. Mijn vader is dol op haar.

We gingen naar elkaars bruiloft. De hare in een kasteel waarrond ijsschotsen dreven.
Ulrika's broer, Magnus, was mijn escort. Hij was in de marine geweest en het was de eerste keer dat ik begeleid werd door 'a man in a uniform'. En hoe! 
's Avonds speelde er een Big Band. Ik danste met iemand die de grote baas van EMI bleek te zijn. Patrick had hem minuten daarvoor gevraagd of hij ooit al van Roxette gehoord had.

Ulrika maakte carrière als jurist bij de Zweedse belastingen.
Intussen is ze iets belangrijks bij Deloitte.
Haar man is rechter.
Ze wonen in een mooie villa in Täby - het Brasschaat van Stockholm.
Ulrika vindt het belangrijk om in een 'goede' buurt te wonen.
Ze wil dat haar kinderen naar 'de beste' scholen gaan.
Ze gaat alleen in de 'betere buurten' van Stockholm winkelen.
Ze gaan op skivakantie met het vliegtuig.
Ze houden cocktailparties.
Ze hebben het allebei druk.
Ze hebben allebei stress.
De ene verwijt de andere dat hij/zij teveel werkt.
Hun leven is het onze niet.
Hun leven is zelfs dat van onze vrienden niet.

Ulrika praat over dingen waarvan ik niets begrijp, ook al spreekt ze perfect Engels.
Het is natuurlijk wel fijn dat ze denkt dat ik het begrijp.

Ulrika en ik zijn intussen meer dan dertig jaar vriendinnen. Soms hadden we tijd voor elkaar, soms minder. Ik schrijf haar. We proberen elkaar te zien. We telefoneren soms twee uur aan een stuk.

Dit weekend keek ik naar mijn dochter en Ulrika's zonen. Zij zijn ongeveer op de leeftijd waarop Ulrika en ik elkaar leerden kennen. Het was alsof er een ijzeren vuist om mijn hart sloot.
Ik vroeg me af waar al die jaren gebleven waren. Dat ene jaar waarin we elkaar leerden kennen was intens. Op het vervolg hadden we minder vat. We trouwden, we kregen kinderen, we maakten al dan niet carrière, we werden dikker, we kregen rimpels, we gingen een (lees)bril dragen, we hadden allebei kwaaltjes, we maakten ruzie met onze mannen en vertelden dat aan elkaar.
Voor we er erg in hadden, waren we meisjes van vijftig.

Met Ulrika lijkt het alsof er alleen maar sprongen gemaakt zijn. De dagen dat we elkaar zagen - dat waren de momenten waarop we misschien een beetje ouder werden. Ik zag het niet. Niet echt.

Ik vermoed dat we geen vriendinnen zouden zijn als ik een Zweedse was. Of zij een Belgische.
Onze werelden liggen mijlenver uit elkaar.
En toch liggen ze ook dichter bij elkaar dan bij welke andere vriendin ook.
Jag älskar dig, flikka.
En ik weet wel zeker dat jij mij graag ziet.
Wij. Twee meisjes van vijftig.

2 opmerkingen:

Sarah zei

Oh! Zoe schoene!

elise zei

Mooi verhaal, Hilde!