Neen, ik ben niet plots gelovig geworden. Noch begijn, noch kwezel. Maar ik kan niet ontkennen dat de drie dagen in Herkenrode me bijzonder goed hebben gedaan.
Herkenrode is een oude abdijsite - zoals in 'heel oud', denk Graven van Loon, denk 1079 - waar vroeger Cisterciënzerinnen huisden. Die madammen op zich zijn razend interessant en ik raad iedereen aan om de tentoonstelling in de oude abdij te bezoeken. Weet wel dat je nooit meer hetzelfde over nonnetjes denkt...
Naast die abdij ligt een bezinningscentrum. Prachtig wit gebouw in een enorm park. Binnen is het zo mogelijk nog mooier met vloeren in brede, ongelijke houten planken, hoge ramen, monumentale trappen. Je kunt er een kamer huren voor geen geld en je krijgt er eten bij. De kamer is een tikkeltje spartaans - een bed (in mijn geval twee bedden), een wit bureautje, een stoel en een zetel - maar dat heeft wel iets. Je moet je wassen aan de lavabo in het badkamertje waar ook een toilet staat. Douchen doe je in een kleine cel op de gang (en hoe sexy is het dan om alleen in een badhanddoek gewikkeld terug naar je kamer te sluipen?).
Je krijgt drie keer per dag een maaltijd voorgeschoteld. De tafel in de eetzaal is gedekt - ook als je er helemaal alleen bent - en je krijgt er een uitgebreid ontbijt, een middagmaal met drie gangen en een avondmaal. Tussendoor krijg je nog twee keer koffie-met-een-koekje. Het enige wat ze van jou verwachten is dat je op tijd in de eetzaal bent en dat je mee helpt afwassen.
Maar dat is de buitenkant. De schil. Wat je ziet.
Een beetje bevreemdend is het gevoel - iets wat je veel moeilijker kunt beschrijven en waarbij - als je het dan toch probeert uit te leggen - menig wenkbrauw de hoogte in gaat.
'Deze plek werd altijd door vrouwen gerund,' vertelt iemand me. 'En dat voel je. Hier hangt een heel bijzondere, vrouwelijke energie die je niet onder woorden kunt brengen.'
Ik weet niet of het dat is - 'vrouwelijke energie' - maar het is wel bijzonder. De eerste nacht sliep ik helemaal alleen in dat enorme huis. Krakend hout, waterleidingen die af en toe tikten en sisten, geen mens in de ruime omgeving (het ligt in een natuurdomein) buiten wat stokoude nonnetjes in het aanpalende klooster... Bovendien had ik me te laat gerealiseerd dat 'niets doen' van halfacht 's avonds tot 's ochtends vroeg heel moeilijk is. Ik had wel een boek bij (over zestiende eeuwse nonnen in Venetië, stel je voor!) maar dat las niet zo prettig. De volgende nacht sliepen er eenendertig laatstejaars kleuteropleiding én was ik een film gaan kopen overdag. Een mens moet inderdaad een beetje voorbereid zijn op zo'n contemplatief leven zonder televisie, internet, radio of krant.
In al die rust leerde ik bovendien nog een zeer aangename dame kennen - Rita heet ze - met wie het meteen klikte. We bleken op een paar straten van elkaar te zijn opgegroeid in Leuven en bleven gewoon aan de praat, ook al kenden we elkaar nog maar pas. Ik ben uitgenodigd om te komen logeren in Hasselt en ik ga deze keer de uitnodiging niet naast me neerleggen. Rita is docente godsdienst en filosofie aan de Limburgse Hogeschool. Slimme vrouw. Grappige vrouw. En bijzonder sympathiek.
Hier thuis ging alles zijn gewone gangetje intussen. Patrick belde me op dinsdagavond om te vragen hoe hij die rare kool moest klaarmaken. Het was spitskool in plaats van gewone witte kool - maar hij vond dat 'moeilijk'. Op woensdag gingen ze eten - Thais - wat Valentina absoluut niet lekker vond waardoor ze nadien nog langs het frituur moesten. Nu ja.
Wannes woont sinds maandag in een ander gezin. Bij Ana Flavia en Carlos. Moeder is supersympathiek in haar mails en ik hoop dat Wannes het er enorm naar zijn zin heeft! Misschien horen we hem dit weekend... Hij vertrekt op 6 januari op een lange reis door Brazilië. Een maand lang langs de mooiste stranden. Er zijn ergere dingen in het leven, niet?
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten